Oud Recht 5564 / 226 Spanbroek pdf 30-12-2020 pag. 1

 

                            fol 226
Op ten 24 maeij 1648 voor
de schepenen hier voorennoempt
hebben de selve vooghden noch

 
 
 
 
 
 
XLen pennick
is voldaen

quijt scheldingh gedaen aen Jacob P[iete]rs Kuijtter onsen
meede poortter woonen[de] tot Spanbroeck eerst een gerechte
vijfde part van[de] helfft van een huijs ende erff groodt hondert roeden
als meede een gerechte seste paert van ander helft van het
selve huijs ende erff groodt int geheel als versz[egde] hondert
roeden in onkosten daerthuijs op staet staende ende leggen[de]
tot spanbroeck bij oosten de kerck daer eertijt in ende
op gewoont heeft P[iete]r Alberts Kuijtter naest belent
Aeff P[iete]rs Cuijtter d[ochte]r ten oosten de erffgenamen van Jan
Sijmonsz Stuijt
ten westen ende bekenden sij comparante
inder versz[egde] qualijte daer van ten vollen voldaen ende wel
betaelt te weesen den laesten penninck metten eersten
belovende daeromme de versz[egde] vijfde paert van d eene
helft ende seste paert van dander helft van het versz[egde]
huijs ende erff tevrijen van all op ende aenspraecke nae de
costuijme onser versz[egde] steede stellende t onder pande haer
comparants parsoon ende generaellijcken alle etc[etra] maecken[de] subject
versz[egde] schepenen geteijckent ende bij schout Jan Aris Haelwijck
onsen baljou laetten besegelen op ten dagen uts[upra] in kenniss
                                           in kennise van mij secretaris tot Spanbroeck
                                                   Jan Joris Wijlofs


Homepage | E-mail