Domkapittel / 1703-2 Utrecht pdf 18-06-2021 pag. 1

 

eijsch den hove van Utrecht
overgegeven uuijt die naem ende
van wegen domdeken ende capittel
ten dom t Utrecht mijtsgaders heeren
Adriaen van Renesse domdken als
vorens en[de] hem mede uuijt sijn
prive nae[r] voir sijn interest
bouvende uijt den voirs[zegde] capittule
imp[endan]g[e]n op en jegens Frederik
Claesz
zoo uuijt sijn selffs naem
en[de] als man ende voocht van zijn
huijsvrou mijtsgaders als accepteren
t exploict voor dander erffgenamen
van Wouter Luijtgensz in zijn
leven wonende tot Houthen als bij
namen Aert Woutersz t Ijselsteijn
Luijtgen Woutersz tot Schalckwijck
Jacob Thijssz tot Cuelenborch als
man en voocht van Metgen oulste
dochter van Wouter Luijtgensz zijn
huijsfrou ende Dirck die Wittt
in Langbroick als mean ende
voocht van Beatis zijn huijssfrou
gedaechde die wed[uw]e van Adriaen
Woltersz Brouwer
t Utrecht ged[aagd]e
 

i
 
 
 
 
 
 
 
 
 

ii
 
 
 
 
 
 

iii

Ende in dnen eersten om desen eijsche te
funderen ende tot verstandt van dien
te comen soe is waerachtich dat sekere
jaeren geleden een[e] Wouter Luijtgensz
in sijn leven wounende tot Houthen en[de]
sijn voor saten van den voirsz[egde] capittele
ten dom in pacht en[de] in huijrweeren
gebruijckt hebben vijff mergen lants
gelegen op Bourick in den gerechte van
Houthen

Ende nae die huijer van den voirsz[egde]
Wouter Luijtgenssz geexpireert was
hebben die voirsz[eg]de van den capittele
ten Dom t vooirsz[egde] landt verhuijrt gehadt
heer Adriaen van Renesse dom canonick
en[de] nu domdeken van[de] voirsz[egde] kercke soe als
Wouter Luijtgenssz dat plachte te gebruijcken

Item welcke voirsz[egde] gehuijrde lande
 

iiij
 
 
 

v
 
 
 
 
 

Die voirsz[egde] heer Adriaen van Renesse
voorts verhuijrt heeft Frederick Claesz
die een dochter van den voirsz[egde] Wouter
Luijtgensz
te huwelijck heeft oock soe
als Wouter Luijtgenssz dat plach te
gebruijcken van den voirsz[egde] capitele ten
dom

Item dat die huijre zoe van den voirsz[egde]
heer Adriaen van Renesse als van den
voirsz[egde] Frederick Claesz vuer lange
geexpireert was is

Item dat die voirsz[egde] heer Adriaen van
Renesse
uuijt die nae[m] van[de] imp[etrant]en alhier
dickwils versocht heeft aen die voirsz[egde]
Frederick Claessz om die voirsz[egde] vijff
mergen hem gedemonstreert te hebben
 

vj
 
 
 
 
 
 
 

vij

t welck nochtans die voirs Frederick
Claesz
noijt nair behoiren gedaen en
heeft noch en heeft willen doen seggen
dat hij alleen dair toe nijet gehouden
en was mer dat men t selffde aen alle
die gemeen erffgenamen van den voirsz[egde]
Wouter Luijtgenssz die het voir hem
gebruijckt heeft soude moeten versacken verseucken

ende hoewel t selffde mer een naecte
cauillatie en was om nochtans sulcke
en[de] alle andere diergelijcke cauillatie
te viteren hebben zij imp[endan]t[e]n uijt die
voirsz[egde] heer Adriae[n] van Renes[e] gevoichde
sekere requeste dess hove over gegeven
zoe jegens die voirsz[egde] Frederick als jegens
die voirs[zegde]t andere erffgenamen van den voirsz[egde]
Wouter Luijtgenssz en[de] dairop verborne[n]
appoinctement uuij cracht van die
welcke die voirsz[egde] Frederick Claesz
in die qualite als vorens overmits
 

 
 
 

viij

zijn oppositie gedachfairt is te
co[m]pareren voir des[e] hove
 

dairoff ten dage dienen d imp[etran]te]n
ende gevoichde geconcludeert hebben
zoe als zij bij desen leveren zijn in
gescrijffet
 

 

Concluderen d imp[etran]t[e]n en[de] gevoichde
ten fijne dat bij sententie van dess
hove die voirsz[egde] gedaechde zoe uuijt
sijn selffs naem en[de] als man ende
voocht van sijn huijsfrou mede
erffgename van Wouter Luijtgens
als oock als geaccepteert hebben
vo te exploirt voor den anderen voirsz[egde]
erffgenamen van den selffden Wouter
Luijtgenssz
gecodemneert sall werden
hem imp[etran]t[e]n en[de] gevoichde in loco
behoorlicke aenwijsinge ende demostratie
te doen van die voirsz[egde] vijff mergen
lants zoe als Wouter Luijtgenssz
die plach te gebruijcken en[de] die
 

selffde hem imp[etran]t[e]n te restitueren en[de]
hemluijden dair mede te laten gewerden
als mijt hair kercke goedt mij
restitutie van alsucke schaeden ende
interesten als zij imp[etran]t[e]n bij t ontberen
van dien gehadt ende geleden hebben
ende noch hebben ende __ lijden sullen
moegen tot volcomen restitutie van
dien ende voorts indie costen
hierom[m]e gedaen ende noch te doen
off ander tot sulcken fijnen en[de]
conclusien als thoff bevijnden sall
d imp[etran]t[e]n ende gevouchde meest
oirbaerlixc te zin uwer mijn heeren
etc[etra] ende goederheren officie[r] op als
implorerende
                 H De Medenblick

Op huijden compareerde voor den hove provinciael van Utrecht
Jan Seks als procureur van den domdeecken ende caplr van den dom imp[etra]t[e]n
midtsgad[e]rs heer Adriaen van Renes[e] als domdeecken hem ede uuijt
zijn prive naem voor zijn interest vougen ende diel van zijne
eijsch concludeeren als int eijnde van dien ende Geurt van Amerongen
als procur[eur] van Frederick Claesz uuijt zijn zelffs naem ende als man
en[de] voocht van zijn huijsvrouwe metsgadders lepprt[?] accepteerende voor
Aert Woutersz tot Ijselsteijn Luijtgen Woutersz tot Schalckwijck
die wed[uw]e van Adriaen Woutersz brouwe tot Utrecht Jacob
Thijsz
tot Culenburch als man ende voocht van Metgen outste
d[ochte]r van Wouter Luijtghensz, Harman Stevens tot puten
als man ende voocht van Neeltgen zijn huijsvrouwe Dierck
de With
in Langbroeck als man ende voocht van Beatris zijn
huijsvrouwe alle erffgenaemen van Wouter Luijtgensz
ged[aagd]e conernemede die zelffde nam dach ir[?] XIIIJen omme
daer jegens in seggen sonder presediitie van voorsien acte
actum t Utrecht den thienden aprilis XVc negenedevijftich


Homepage | E-mail