Alsoe Henrick Jansz de Wit buijten pijne ende bande van ijser voorden hove van Utrecht geconsesseert hooft dat hij in februario lestleden voor schoudt ende schepe[n] van Houthen bij eed geseijt ende getuijcht heeft dat hij noijt te voeren in p[resen]tie van schepen[en] ende secretaren deser stadt berecht enige tuijtenisse gegeven heeft noch gezwoeren tot versoucke van Jan Eernstz Stoock roerende een stuck landts gelegen tot houthen bij den kerck geheten den Honck houwel hem daer coper van zijn getuijgenisse te doen bijnnen Utrecht gedaen gethoont worde dat hij oock ter dier cause van nijamant versocht off mit recht beset is off geboden om inde voorsz[egde]
zaicke getugenisse te geven ende daerom die voorn[oemde] certificatie gehelicken onttiende all jegens die waerheijt wandt hij zijn voorsz[egde] getugenisse bij eede voor twee schepenen ende secretaris van Utrecht roeren[de] stuck landst genaempt den houck bekendt heeft gedaen te hebe[n] ende dat opte zelve certificatie van schepen[en] van Utrecht hij naderhant tot versoucke van Jan Eerstensz Stoock int proces twelck hij voor den hove hadde jegens Jan Eerstesz int lijnpat en sot[en] voor zelve [getuige]nissz van dese hove bij forme van recolume[]e andermael gehoort ende bij forme ven recolume[]te andermael gehoort ende bij eede geexamieert is geweest ende dat t gundt hij in februario lestleden voor t gerecht van Houthen gedaen ende ontkendt heeft is gesaet deur inductie va[n] enigen
ende dat hij daer vooren nijet meer gehadt en heeft dan twee gelagen biers alle t welcke zaicke zijn va[n] qua[den] exemple die nijet en behoeren ongestraft te blijven waerom hij op Vredenborch gevangen gebracht is zoe ist dat t voorsz[egd]e hoff doende recht inden naeme ende van wege k[eizerlijke] m[ajestie] t als grave van Holl[and] ende erffehee[re] der landen van Utrecht heeft den voorn[oemde] Henrick Jansz de Wit gevangen gecon[demneer]t ende i[n]gempneert mits dese geleijt te worden op t scavot staende voor vrednborch ende aldaer strengel[ijk] gegeesselt te worden ende daerna weder gecleet zijnde een vre lanck te blijven stant hebbende voor zijn vorste in groon[] eren[] geschr[even] dit lijde ick om dat ick van valsche getuijgenisse gegeve hebbe ende van dien met een vrnende toersche van twee pont
was te gaen voor schoudt borg[e]m[eeste]rs ende gerechte van Utrecht ende bloots hoofs opzijn knijen die zelve te bidden om vergiffenisse van dat hij voor schoudt en gerechte van Houthen bij zijnen eede |