Oud Notarieel 135 / 54 Abbekerk pdf 21-11-2017 pag. 1



J Benningbroek

12 januari 

1731

Inventaris van de boe
del en goederen van Pieter
Tamisz ende sijn huijsvrouw
Anna Aris beijde op de buurt
te Midwout overleden gedaen ende
gemaekt voor mij Muis Dool
openbaer notariswoonende te Abbekerkende ondergen[oemde]
getuijgen alle en ingevolgde de
opgavinge van Paulus Pietersz
meerderjarige zoon van gen[oemde]
Pieter Tamisz ende Anna Aris
ende tegenwoordig met sijn broe
der Pieter Pietersz en suster
Niesje Pieters in het voors[zegde]
sterfhuijs woonagtig gepasseert
op den 12 jan[uari] 1731 op wijse
als volgt ende ten versoeke
van Aris Pietersz woonende
te Venhuijsen mede soon en
erfgen[aam] van de gen[oemde] overledene
mitsg[aders] Claes Corn[elisz] Mosk woonende
te Twisk in huwel[ijk] hebbende
Grietje Pietersz mede suster van
gen[oemde] Poulus Pieters endede andere
minderjarige kinderen hier boven
genoemt gedan op wijse als
volgt

de onroerende goederen op de Buurt
een boerenhuijs en erf gelent
Maertje Boers ten westen Jacob Vlaer
ten Oosten
twee en een half morgen graslant
agter t voors[zegde] huijs gelegen belent
A Kooning ten oosten Adriaan Dick
Stael ten westen
een stucke graslant gen[aam]t Dickoudt
groot 712 roeden belent de grooteweijd
ten westen de kerk van Midwoud ten
oosten
een zaadacker groot hondert en seventien
roeden belent Willem Gerrits als bruij
ker ten westen de tuij ten oosten
                  onder Benningbroek
een stuk weijdlant gen[aam]t t Langelant
groot 5 morgen belent Tames Corn[elisz]
ten oosten deselve als bruijker ten
westen
een stuk lant gen[aam]t de Ruijter groot
vier morgen beletn t langeMiddenmiendt
ten oosten Langelant ten westen
  aan   de   Beemster
een stuk weijdlant gen[aam]t t Portel
lant groot twee morgen belent Jan
Akerlaken ten oosten en ten westen

een stuk weijdlant gen[aam]t het Hoogelant
groot een morgen drie hondert en ses
en vijftig roeden belent Pieter Pereboom
ten oosten m[eeste]r Pater ten westen
een stukke weijdlant gen[aam]t als voren
groot een morgen en vierhondert
roeden belent Sijmon Claesz ten
zuijden Trijntje Pieters ten noorden
  in   de   Beets  Coog
een stukke weijdlant __ gen[aam]t toomis
lantje groot een morgen 238 roeden
belent de erve van Marij Jans ten
westen ten oosten de erve van Sijvert
Thijsz ten westen
    onder  Scherwoudtn
een vierde paert in een stucke weijd
lant groot int gheel vier morgen
243 roeden belent Pieter van de
Neuvel ten oosten Claes Pakmoij ten
westen
een derde lijftrente
ten lijve van Neeltje Zijmons en
Aris Hendrikz in capitael van
vierhondert gulden op t comptoir

een derde paert in drie hondert gulden
capitael staende ten laste van Jacob
Smal woonende op de Beets
een derde in een hondert gulden cap[itaal]
staende ten lasten van de wed[uwe]
Gerbrig woonende te Scharwoud aan
de Hoogedijk
een derde paert in een hondert en
vijftig gulden geleent gelt bij Sijmon
Lakeman in de Beemster
    Parten  Scheeps
1/9 een negende paert en een twee en dertigste
paert van t schip gevoert bij schipper
Jan Ruijter
een sesde paert in een vier en t sestigsten
paert van t schip gevoert bij Cornelis
Taem van Edam
    Koe  beesten
10 kalf koeijen
5 vassen
2 gelde koeijen
3 hoeckelingen
een paert en hooij in de berg tot twee
3 oomschapen t lammeren
6 winter varkens met t voer tot de
selve

een wagen een chees
en desselve tuijgen
een varken boedt
    boere  gereetschap
ses weijbaten een tijn vat
drie kaes tomke met een schamel
vijf seven emmers houtene soo groot
en kleijne
seven ketesl soo emmers als andere
groot en kleijn
vijf kelken
tien vurken vies mollevallen
driehalfjukken
twee parssenen2 zevenisse
vijf kleijne kaeskoppen
veertig groote setkoppen
veertig kleijne dito
6 melknappen
twee graven 3 koe decken
4 zout taefels
een zout kist
een karn een koekvat een pols
een zeijn een kood een schop
een koe koppelstok
een eijnde kiels
twee hang ijsers
een 20 voots nis

twee weijtonnen
2 pekelbalijs een zout vat
een water ton een boter tijn
een stremmersvat een teerpot en quast
3 zeijnisze een sleij een krackje
drie houten moudken
een spijker baki een hamer drie tangen
een bijl
een mishaek
24 bregdeelen
een roskam tweestemisz
een ijsere ketting
twee boterkoppen een bak
twee paerdedecken
vies steekeknijpers
een kaeszaegh
    Inboedel  en  huijsraet
een eiken groot kas
   soo in deselve als daer buijten
een zilvere kop
twee witte gordijnen vier wieglaken
drie tafel laekens
drie a vier spijndoekjes
14 kussensloopen
5 puilsloopen
17 spaerhemden

5 rouwelakens
4 witte lakens
3 vatdoeken 3 handdoeken
ses en t zeventig ellen wit linnen
twee schoorsteen kleeden
nog twee kleijne kasjes een nkist
een kreb een wieg
twee bierkranen
twee meelvaetjes
een wastombe een dito kleertombe
een schamel een rager een slijpbort
een langteern 3 kannen aarwerk
2 dito olij kannen
eenroompot een doos een luijwagen
twee lampen een spiegel
een partje gedruckte boeken
een swaefelsstoks laede een blaser een
tang een asschop een ijsere haark
een assbesem
een pankooper een schuijmspaen
een bedpan kooper
twee tinnen beekers
twee dito kroesen een dito boterkan
een bier glas
een tinnen kop een dito kom
drie schooijers 14 leepels tinnen

twee kandelaren
een mangelbord en stok
een spiegel sonder glas
5 a ses vlessen
een poppe kasse een zuijker trommel
een doof pot en stolp een hespel
een spinwiel
een partij aerdwerk soo koppe panne
en schotels
14 stoelen ses a stoven 5 tafels
ses groote als kleijne een bed bankje
een lapben en neijmant
een vlees vat
14 __ vats een blaker een ellen
tweelandsaeken drie dito kleijnder
een spilvork vier bennen
4 beddden 3 puillen 9 bedkussen
8 deekens
drie stoelkussens
een partije vlees en spek boter en
kaes
een partije hout en turf en stove

   in schulden des boedels

Claes Mosk te Twisk
debet aan den boeden
Aris Pieters woonende te
Venhuijsen debet aan de
boedel
eenige renten in de Beemster
te goede mitsgaerders de
erftdeelinge van de voorsz[egde] paerten
scheeps sonder sulx te kunnen
begroten
aan lanthuur van de voorsz[egde]
landerije te goed d som[me]
den inventaris met sijn
vier suster en broers aan
de boedel debet



210 = 0 = 0

100 = 0 = 0






101 = 10 = 0


150 = 0 = 0

   in schulden des boedels
de omslagen en verpondinge voor a[nn]o 1729
van de landerijen onder Midwoud en
Benningbroek sijn reets betaalt
resten vervolgens voor 1730
de omslagen en verpondinge van de landen
van t hogelant in d Beemster betaelt voor
1729 rest vervolgens voor anno 1730
als mede van t lant schoorende onder
de bedrijve van den Beets
d onkosten van t lant onder Scherwoud
sijn voor 1728 betaelt rest volgns voor
1729

Aldus gepasseert ende voltrocken
na het opgeven van gen[oemde] Poulus
Pieters gedaen naer sijn beste
kennisse en de wetenschap sonder
iet te verswijgen ofte agter te
houden waerom hij bereijt is (des
noots,) desen nader te sterken behou
den nogtants desen te mogen
verminderen vermeerderen naer
bewint van saken door mij
bovengen[oemde] not[ari]s ten overstaen
van Tijmon Claesz van de Buurt
ende Pieter Timmerman van
Abbekerk als geloofwaerdige getuij
gen des ten oirkonde geteekent
Poulis Pietersz Wognum
Tijmon Claesz Midwoude
Pieter Jans Timmer
                                MDool not[ari]s


Homepage | E-mail