_-ge_

116

Op huijden den XXIX october a[n]no 1635 compareerde
voor mijn Arnout Wagensvelt notaris publijcq bijden
hoven van Holl[an]t geadmitteert residerende tot Rotterdam ende
voor den naergenoemde getuijgen Sijmon Kersses van de
Bijl out LX ende Leendert Leendersz schoe[n]ma[ke]r out XXI
jaeren oft elx daer ontrent de welcke verclaerden bij haerl[ieden]
nammen waerh[eid] in plaetse van eede ten versoecke van Corn[elis]
Fransz Bolle die nevens de voorsz[egd]e deposanten is burger deser
stede waerachtich te wesen dat sij deposanten seer
wel hebben gekent Michil Gillis is uijtgevaeren en

weder thuis gecomen

voor verschieman met het schip van den heer admirael
Olivier van Noort ende sints dien goede kennis te
sijn hebbende dat den voorn[oemden] Michiel Gillises
geen meer kinderen ofte desendenten en heeft naer
gelaeten als alleen Annetgen Michiels die de echte
huijsv[rouw] is van den voorn[oemd]e Corn[elis] Fransz Bolle voor
redenen van wetenschap verclaert den voorn[oemde] Sijmon
Kerses Bijl dat hij met het jacht genaempt
de Hoop onder de vloot van den heer admirael
Olivier van Noort is uijtgevaren daer naer op het schip
van den voorn[oemde] heer admirael overgegaen en[de] met
desselven Michiel Gillisz is thuis gecomen ende
den voorn[oemde] Leendert Leendersz dat de voorn[oemde] Michiel
Gillisz is geweest de stijeffvader van hem depo
sant ende mitsdien van hem voorsz[egd] is goede
kennisse sijn hebben[de] presenter[ende] t gene bij henl[ieden] hier
voren is gedeposeert des noot ende wijders versocht
sijnde t allen tijde met eede te stercken aldus gedaen
ende gepasseert buijten d versz[egde] stadt Rotterdam in des
selffs jursdictie ter p[rese]ntie van Nicolaes van Tienen
en[de] Gijsbertus Zas mijn clerquen als getuijgen
hier toe gereq[uireert]

Nicolaes van Tienen
          1635

Gijsbertus Zas
                  1635
quod attestor
A Waijensvelt not[ari]spub[liek]
1635