24 S v Luit | A:A: Dit zegel bhooert tot deze ingenaaijde acte van delinge tusschen de kinderen van Cornelis Pieters Blockers in dato den 25 e maart anno 1719 |
| op heden den 25 e maart a[nn]o 1719 compareerden voor mij Jan Groot open baar bij den ed[ele] hove van Hollandt
geadmitteert notaris residerende tot Grootebroeck ter presentie van de nagenoemde getuijgen Outger Dircksz Verckendooder, Jan Pouwelsz Jongh als in huwelijck hebbende Trijntje Dircks, Pieter Gerbrandtsz als man en vooght van Aafjen Dircks, Outger Pietersz Buurman, Gerrid Jansz Buijsman, Pieter Volckersz in t Hockje en de voornoemde Pieter Gerbrandtsz te samen als wettige voogden over Marijtjen Jans en Trijntje Jans nagelaten minderjarige kinderen van Vrouwtjen Dircks en noch de voorseijde Outger Pietersz Buurman en Pieter Outgersz te samen als wetige voochden over Geertje Pieters nagelaten minderjarige dochter van Wentje Dircks alle nagelaten kinderen en kindts kinderen
en vervolgens erfgenamen ab intestato van Cornelis Pieters Blockers over leden tot Grootebroeck welcke comparanten woonende soo tot Grootebroek als luttjebroeck verklaarden bij desen de nagelatenschap van gemelde Cornelis Pieters Blockers moeder en grootmoeder van voornoemde personen |
| in der minne met malkanderen geschift gescheijden en[de] gedeelt te hebben (naa dat sij alvoren haar op den staat des boedels hadden geinformeert en die tot haren genoegen ondersocht en ingesien en daar van volkomen kennisse bekomen) en dat in der voegen ende manieren hier naar volgende eerstelijck is Outger Dircks Vercken dooder aengedeelt een boerenhuijs en erf staande en[de] gelegen in t oost
eijnde van Grootebroek aen de noort sijde van de straat belent ten westen met Jan Pietersz Manneke onder itemeen dwarshuijs ofte kamer en erf staande en[de] gelegen beoosten aen t gemelde huijs belent ten oosten met Pieter Schram item een stuck graslandt groot in t schotboeck 400 roeden gelegen op de westkant van de Hoogeshuijssloot benoorden de huijse genaamt het Bleeckers landtje belent ten suijden met het Haantjeweed item ontrent 700 roeden graslandt gelegen tusschen de Hoogen en Ooster sluijssloot en op de beijde het tweede landt binnen de Cadijck |
| item een stuck graslandt groot int schotboeck 1100 roeden gelegen en op de westkant van de Hoogesluijs
sloot benoorden t Knie belent ten noorden met Maarten Vreecksz Davidt ende ten westen met Marij Tromps item ontrent 500 reoden geslandt gelegen op de oostkant van de Kloostersluijssloot ontrent haflweeg de Oudegouw en huijse belent ten noorden met Cornelis Pieters Spek en ten zuijden met Aaf Jans Bierstekers item ontrent een morgen graslandt genaamt het Outerke gelegen op de westkant van Pieter Wouterses sloot op de noordtkant van het Oude gouw item een stuck graslandt groot in t schotboeck 400 roeden gelegen op de westkant van de Niewesloot over de Cadijk belent ten noorden met een saadlandt en[de] ten zuijden met de kinderen van burgerm[eeste]r Wilhem Coorendijck
item een stuck saadlandt groot in t schotboeck ontrent 25 roeden gelegen op de oostkant van Pieter Wouterses sloot benoorden de huijse belent ten noorden met Outger Buurman en[de] ten zuijden met Aaf Jans Bierstekers |
| item 25 roeden saadlandt gelegen op de westkant van de Hoogesluijsloot over t oudegouw belent ten noorden met Jan Broers en[de] ten zuijden met Cornelis Ooteman gemeen genaamt het bosjen item 50 roeden zaadlandt gelegen op de oostkant van de Clompsloot het tweede landt binnen de Cadijck item ontrent 80 roeden saadlandt genaamt het Damlandt gelegen op de ooskant van de Langedeler sloot benoorden t Knie belent ten noorden met Meijnouw Pieters
en[de] ten zuijden met Tijs Kornelisz item ontrent 50 roede hofs en saadlandt gelegen op de oostkant Grootebroeck ten anderen sijn Jan Pouwelsz Jongh en Pieter Gerbrandts te samen in gemeenschap ___ en[de] wegens hare voornoemde vrouwen aen gedeelt onder Grootebreock eerstelijck een boeren huijs en erf staande ende gelegen beoosten de kerck aen de noordtsijde van de straat belent ten oosten met de weduwe van Claas Dircksz Goethart |
| item een dwarshuijs ofte kamer bestaande in twee wooningen en erf staande en[de] gelegen bewesten aen t laastgemelde huijs en erf belent ten westen met Pieter Lobberich item een stuck graslandt groot 1400
roeden gelegen op de oostkant van de Reijersloot op de noordtkant van de Cadijck item een leegh erf daar voor desen twee huijsen op geset aan hebben gelegen tusschen de kercke en Kloostersslhuijs aen de noordtsijde van de straat belent ten oosten met Jan Piet en[de] ten westen met pater Albert item een stuck saadlandt groot 125 roeden gelegen tusschen de kercke en Cloostersluijssloot op de noordtkant van de tochter belent ten oorden met schepen Wouter Bouwman item ontrent 50 roeden saadlandt genaamt de campe gelegen tusschen Pieters Wouterses en jan Elses huijssloot belent en noorden met Jan Dol gemeen en dat alles onder dese expresse conditie en voor bedingh dat de ordinao
re en extraoridnare verpondingen van alle dese gementioneerde goeders van de jaren 1711 / 1712 en 1713 met een jaar langschot van 1717 sullen moeten werden betaalt de gerechte helft door hem Outger Dircks Verckendooder en de wederhelft door Jan Pouwels Jongh en Pieter Gerbrandtsz te samen en dat alle vordere achterstallen van onbetaalde ordinare en extraordinare verpondinge en landtschotten wegens volgende en later jaren als gemelt sijn van dese voorschreven goederen sullen blijven tot elx laste van ijders aengedeelde geoderen en dat in dier voegen en soodanigch als die goederen in voorver haalde lasten aengeslagen sijn en daar |
van |
betaalt moet werden voordts sijn Jan Pouwels Jongh en Pieter Gerbrandts wegens meergemelde hare vrouwen boven en behalven t gene voorsz is |
| te samen en int gemeen noch aengedeelt ten eersten de gerechte helft in een stuck graslandt genaamt het schapelandt groot dese helft 350 roeden gelegen in de banne van Luttjehooghkarspel J Groot benoorden aen de straat beoosten aennotaris publicq het huijs en erff van Bosse Marij en is ook met de selve gemeen item de helft in een stuck graslandt groot in t geheel 700 roeden genaamt de Duijvelij gelegen op de oostkandt van de Verdersloot benoorden de wijde Emmersloot met Jan Decker gemeen ten laatsten noch een stuk saadlandt
genaamt de Tonge groot ontrent hondert roeden gelegen bewestende banscheijdinghsloot het tweede landt genoorden de straat belent |
^ midts dat gemelde Jan Pouwelsz Jongh en Pieter Gerbrandsz wegens de drie laatst gemelde posten moeten uijtkeren elck een somma van ses en twintich guld en t welck alleen sal komen ten profijte en voor dele __ vande kinderen van Vrouwtjen Dircks voor de ene helft en het kindt van Wentje Dircks voor de
dircks andere helft |
ten zuijden met Claas Willems en dat met soodanige achterstallige lasten van ordinare als extraorina re verpondinge midtsgaders landtschotten als op drie laatst gemelde posten tot Hooghkarspel tegenwoordich te quaat sijn ^tegen alle de hier vooren geexpresseerde goederen de __ch en lasten de voornoemde voogden soo over de kinderen van Vroutjen Dircks alsoock die over het kindt van Wentjen Dircks voor die selve kinderen niets is aengedeelt ter oorsaake en om redenen datd__e de selve voochden daar van wegens die kinderen volkomen afstandt is gedaan sonder daar aen gehuden te willen sijn # # midts daar voor genietende gemelde som[ma] van pen[ningen]
|
| gelijck sij voochden oock als noch verklaren daar van afstandt te doen bij desen aen de drie eerstegemelde comparanten op die wijse en voet als hier vooren is geexpresseert en die onder geseijde drie eerstge melde comparanten verdeelt sijn en dat oock met soodanige conditie als daar bij vermelt is met verder belofte dat die meergenoemde voochde wegens voorschreven kinderen op die hier vooren gemelde huijsen erven hoven en landerijen geen het aldermiste recht eijgendom of pretens hebben |
behouden | afte sullen sustimeren moveren noch pretenderen gelijck de drie eerstge noemde comparanten oock verklaren bij desen die meergementioneerde
goederen soo danich als de andere voorschreven is van de anderen aengeno men te hebben met belofte van de vooghden voor alle aenspraack wegens de lasten der genoemde goederen te sullen bevrijden en daar van cost en schadeloost houden vorder verklaarden sij comparanten gesamentlijck dat hij het huijsraater inboel van gout silver contante pennigen en al het gen verder (buijten de goederen hier vooren genoemt) bij voornoemde Cornelis Pieters Blockers is nagelaten en tot haar boedel bevonden te behoren niets daar van te wereldt uijtgesondert |
| onder malkanderen hebben verdeelt in vijf egale en gelijcke delen en portien sonder enich goet meerder voor soo veel haar bekent is oonder haar onverdeelt
gehouden te hebben en bekenden daar van elck sijne behooorlijck en gerechtelijcke portie genoten en tot haren genoegen ontfangen te hebbem met welcke voorschreven delinge sodanig als hier voor ter neder is gestelt sij comparanten gesamentlijck verklaarden te vreden te wesen en[de] elck van hen int bijsonder te nemen volkomen genoegen en in al delen goet contentement belovende elckander t effect deses in allen gevallen te sullen laten genieten en doen hebben en malkanderen om geen ander noch nader delinge desen aengenade lastich te ssullen sijn noch moeijelijck vallen en hier tegens niet te sullen doen noch gedogen dat gedaan sal werden direct noch indirect in geen der hande manieren onder alle verbande als naa rechten
onder alle verbande als alles oprecht aldus als voorsz[egd] is gedaan en[de] gepasseert tot Grootebroek ter presentie van Hendrick Scheurwater |
| en Martinus Groot getuijgen van gelove hier toe versocht die dese minute beneffens de comparanten en mij notaris hebben ondertekent in dato als boven dit + merkc heeft Outger Dircksz Verckendoorder hier selfs gestelt Jan Pouwers z Jongh Pieter Gerbrantsz Outgier Buurman Geret Jansen Pieter Volckersen Pieter Outjierz Henderick Scheurwater Martinus Groot present mij
J Groot notaris pub[liek] | |