F noch noit tegens ons gesaijt als dat hij sijn haver hadde vercogt all t gundt hij t ouer hadde g___ | wij ondergesz[egde] gebeuren woonende in[de] scherm[ee]r bijde Wouthuijsen aende ringdijck verclare ter instantie ende versoecke van Cornelis Lourisz onze buierman waer achtich te wesen t gene volcht dat wij getuijge in t seecker wel weten ende ons wel bekent is dat den req[uiran]t aen niemant eenige sacken haver heeft vercocht oft weghgehouden die bij hem opt verleden saijsoen sijn gewassen als aen Floris Jacobsz waert tot Noordorp inde Roode moolen en dat wij oock niet en geloven dat hij t negentich sacken haver vercocht
heeft door dijen hij soo veel velts niet aen hadde besaijt daer sij op conde wassen F gevende wij getuijge voor redenen van met onse op dat wij gebeuren sin vande req[uiran]t ende langh geweest te hebben ende dat gelijcks soo tot sijnen als tot onsen huijse verheert te hebben t saet menich mael op t velt hier staen ende hier thuis haalden en darsen datter weinich van t velt is gecoomen ende oock smal is uijtgevallen in t darsen hem onmogelijck heeft geweest soo veel souden heben vercocht als sijnen den req[uiran]t een prsoon eerel[ijk] van lei den men wel op sijn woort vertrout niet leugen achtich noch bedriegen eijns hier mede onse verclaringe present ende deselve des noot bij eede te steecken Actum den lesde maij 1662
t merck X gestelt bij Lou Jansz selfts Tounis iiansen   Mij present Camer F Frans Hooghsant # not[ari]s pub[liek] | |