| Op huiden den XXIIIJen januarij XVJc ende eenendertich compareerde voor mij Adriaen Paets not[ari]s publ[iek] mitsgaders voor den getuijgen naer genompt Jan Joostensz van der Munck als ende Matheus Pietersz van der Kint mit Pieter Pietersz Kint alle drie mede testamentaire ende mede gestelde voochden over de kinderen van voors[zegde] za[liger] Jannetgen Jansdr van der Munck gewonnen bij de voorsz[egde] Matheus Pietersz ter eenren ende Jacob Pietersz Kint ter andere zijden de welcke verclaerden ende bekende bij desen metten anderen geaccordert ende verdragen te zijn in vougen ende manieren
als volcht te weeten dat d voorn[oemde] Jacob Pietersz t zijnen prouffijte alleen zal hebben behouden ende genieten de geheele custingbrieff spreeckende ten laste van Jan Huijgensz van Entschde backer de welcke in de staet vande bezegelde brieven obligatien clederen ende lijfbehoorten die hij over Matheus Pietersz aen voorsz de voochden van zijne kinderen tot voldoeninge van der zelven naege za[liger] moeders erffenisse conform de acorde opten XXIJen junij 1639 voor mij notario ende zeeckere getuijgen gepasseert overgelevert heeft geapresseert emde begroot voor den helfte van de |
de grooters op # de somme van zeshondert vijffen t negentich gul[den]
vijff stui[ver]s twee pen[ningen] contant gelt | d zelve Jacob Pietersz daer in conmen alleen comende hoe wel deselve brieff ten behoeven van versz[egde] Jacob Pietersz alleen es was gepasseert # ende de wederhelft de voorsz[egde] kinderen van[de] voorsz[egde] Mattheus Pietersz comende tot gelijke fo[rme] des daerop vijffentzeventich gul[den] overde helfte van een custing gevallen meij XVJ dertich betaelt es ende corting van dien sta__ |
# zulcx dat d selve blijft zeshondert twintich gul[den] vijff stuivers twee pen[ningen] | met # ende dat de voorsz[egde] voochden daer
jegens ten prouffijte vande voorsz[egde] kinderen heb[ben] ende genieten zullen de twee derde paerten het derde paert van[de] custingvrieff spreckende laste van Jacob Weijten den voorn[oemde] Jacob Piet[ersz] daer in comende inde voor gemelde staet op zes hondert drie eenendertich guld[ens] acht stui[vers] zes pen[ningen] contant gul[den]s over als de den dereze[?] van een custing ontfangen es nieije wh_ gevallen ontfangen es zulcx dat t selve blijft |
620. 5. 2 531. 8. 6 88.16.12 44. 8. 6 | paert blijft vijffhondert eenendertich gul[den] __ stuvers zes pen[ningen] wesende achtentachtich guld[en]
zestien sui[vers] twaelf pen[ningen] meerder minder de helft vande voorsz[egde] brieff daer van d selve Jacob Pietersz ten behoeve vande voorsz[egde] kinderen |
| tot begrotingen ende gelijck stellinge van de versz[egde] halve brieff der van zij afscheijden zall uuijtkeren ende voldoen ten behoeve van zelve kinderen |
gelieven ende __niminge vande __ voochden | de som[m]e van vierenveertich gul[den] achtstuivers zes pen[ningen] als wesende zelve brieff hem voorde helfte comen[de] in vougen dat hij met deen helfte van[de] meerderwaerde moet goetdoen ende betalen daermede de voochden ende d selve Jacob Pietersz van den anderen aengaende
de versz[egde] gemene brieven gescheijden zijn ende verffent zijn zulcx dat elck van hen luijden van nu verstaen met de voor gemelde brieven zal mogen doen ende handelen nae zijn off haer believen tot welcken ijnde d versz[egde] Jan Joostensz den voorn[oemde] Jacob Pietersz de versz[egde] custingbrieff ten laste van Jan Huijgens over tot zijn vermaninge overleveren zallen belovende de comp[aran]ten ende accordanten in desen t gunt versz[egd] staet t allen tijden gestant te doen ende naer te comen ende uuijt zake voorsz[egd] den anderen niet wijders te zullen molesteren noch op ten anderen ijet te pretenderen heur onder verbant als rechtes hendende bij desen voor vergeten ende vergeven alle t gene zijluijden ___gd__
|
| ^van d versz[egde] brieven ome tot d versz[egde] scheijdinge ^te comen bij den off __ tot blamatie ende injurde van malcanderen zelve ende elc van den geseijt ende gedaen zoude zijn mit belofte bekentenisse daer beneffens opten anderen ten weder zijden dien aen gaende niet te zullen pretenderen nochte ende van de and malcanderen ten wederzijden voor __k__ luijden met eeren te houden ende erkennen ende voortaen inmin vrin goede vruntschappe te |
^ende als versoende vrinden | houden den anderen te zullen bejegenen ende versochten de comp[aran]ten bij mij notario hier toe acte in forma een off meer geecpedeert e_ hen gelevert te werden aldus gedaen ende gesch[ied] alles ter goeder trouwen ende ende zonder arch ofte l[ist] ende bij de comp[aran]ten na duijdel[ij] ende persitte__ cesinge gepasseert ende verleeden ten dage maende ende jaere versz[egd] ten huijse mijns not[ari]s ter p[resen]tie van Jan van Sonnevelt ende Claes Pietersz Paedts schrijvers als getuijgen gelooftwaerdich hier toe beneffens mij notario gereq[uireer]t |