,, ende dat soo verde als de comp[aran]t Kuijs sijn nie__t werck als thans is maecken den sal hij Cuijs

#bij hem Kuijs te doen

Op den XXXen novemb[er] XVJe acht ende t sestich compar[eerde voor mij Johan ] van Ruiven openbaer not[ari]s bij den hove van Holl[and] geadmitteert ter presentie den onderge[schreven] getuijgen hr Gijsbrecht jacops van Hoger[en] ____ Kuijs ende verclaerde de voors[chreven] comp[aran]ten met den anderen wegen de timmeragie die de comp[arant] Kuijs althans is doende in sijne huijsinge staende aende oostsijde van oude[?] Delft noorts in de binnen deser stadt ende vor__ gedeelte responderende iegens ende aaen huijsinge ende erve van comp[aran]t van Hogeren verdr__en overeen gecomen ende deaccordeert te wesen in wegen als volcht namentl[ijk] dat den comp[aran]t Kuijs de binten van sijn voorsch[reven] timmerage sal mogen leggen inde muer van comp[aran]t van Hogerallens muelen ,, op de muer van hem comp[aran]t van hogereens __slaets soo hoch mogen timmeren als de muele muer is doch met acoridtie dat hij Kuijs t sijnen costen sall moeten maeken op de voors[chreven muer __ in sijn dack maecken een loode goot daer in beide hen comp[aran]ten waeter sal cunnen loopen welcke goote bij heb Kuijs ende des selffs naesaeten altijd t sijne ofte t haren costen sal moeten werden onderhouden ende t water uit de voors[chreven] goote gelect aen hem comp[aran]t Cuijs erff ende is mede geconditioneert da indein den comp[aran]t van Hogeren ofte de selfts naesaeten in tieden ende wijlen _____ geneegen mochte werden de voors[chreven] insplaets int geheel ofte te deele te betim- meren dat in sodanigen geval de bunten van voors[chreven] te direne[?] timmeragie mede inde voor[schreven] als ine dorden cop[aran]t Kuijs te betimmeren muer sullen mogen werden geleit__ dat de voors[chreven] timmerage niet hooger sal mogen werden gemaekt dan dat het water van sij hoogere # ens[?] ofte naesaeten pannen begedaeren[?] ubde voors[chreven] beide gooten sullen mogen wateren verbindende de voors[chreven] com- p[aran]ten ter prestatie van t voors[chreven] hunne peroonen ende goederen subiect als nae rechte ende special de hove van holl[and] mette socsten actium ter presentie van Simon Cloetingh ende Jacoubs Cloetingh als getuijgen mij

mij mr Ghijsbregt

   Jacobse van Hogeren

Gerrit Jooste Kuis

Simon Kloeting   

Jacobus Kloeting

JvanRuiven nots pub