mitsgaders de erf portie van desselfs overleden
een twe sustersen een broeders (die na haar moeder over leden sijn ) ___ | vooghden over sijn twee kind[eren] namentlijk Cornelis en Adriaan Gerritsz omme aande selve te bewijsen haar moeders ervenisse soo heeft hij comparant
aan de selvetwee kinde[ren] geassigneert en bewesen totvoldoeninkge van daar moedersen sussters en broeders erven als bolght eerst de gerechte helft in een cabel lant gelegen in de wochmeer genaamt de Sock groot int geheel drie morgen 45 roed[en] gemeen met Jan Vis item twee stucke lant sijnde oevers gelegen onder Opdam achter Heijndrick Timmermans het een groot 1400 roed[en] het ander 1000 roed[en] gelegen naest malckander item een huijs en erve staande en gelegen op Spierd[ijk] onder Opdam afgekoes van Tamis Roocker item een stuck lant mede op Spierd[ijk] onder Spanbroeck genaamt Hanssesz Weijtje groot Een morgen 500 roed[en] item een stuk lant mede aldaar gelegen naast t voor gaande groot 1000 roed[en] genaamt capelle weijtje
item een stuck lant mede aldaar genaamt Etje lant afkomende van Aarjan Louwens groot ander half margen item een stukjen gelegen aant end vant voorgaande groot 300 roeden |