Notarieel 278 / 249 Beverwijk pdf 22-08-2011 pag. 1

alte

TPLNL 247

gegross[eer]t

op heeden den 11 maart 1744 compareerden
voor mij Abraham Henrij Casteleijn not[ari]s
pub[liek] bij den e[dele] hove van Holland geadmitteert
residerende binnen de steede Beverwijk ende
de getuijgen nagenoemt den e[erbare] Barent
Hendrix
en mede de Frans Ijpelaan ende welke
ter in somme en aensprake van Guurtje Jans
wed[uwe] van Louris Groenland en
 

11 Maart 1744

 

# en op t passeren
deeses alhier
[pr]es[en]t mijn
[compa]rant bekent

de e[dele] Barent Henderikse t hans woonachtig tot Heemskerk ende
Frans Ijpelaan tot Noordorp ten huijse in dienste van Floris
Spanjersbergh
zijnde bijde getuijgen van competente ouderdom #
de welke ter instantie ende versoeke van Guurtje Jans wed[uw]e van
Lourens Groenland brootbakster tot Heemskerk voorn[oemd] bij deeze
verclaarde waar ende warachtig te zijn
Ende wel eerstelijk dat zij deposanten bij de present zijn geweest
ten huijse van de requirante als wanneer op den elffde septem
ber vaan den voorleedene jaaren seeventien hondert drie en
veertig
des nagts den clokke tusschen elff en twaalff uuren
Jan Verweij impost meester tot Haarlem met ses
selfs bij sighebbende volk die all met zijt geweer waren
gewaapent aldaar is gekoomen om te peijlen en vervol
gens aldaar ook peijling en ondersoek hebben gedaan
dat alle de bolders die ter dier tijd ten huijse van de re
quirante zoo onder den ooven inden oven inde bakkerij
als inde gang waaren ende welke bij de voorn[oemde] imp
post meester mitsgaders bij hem hebbende volk ook als doen
aldaar zouden moogen zijn gesien en bevonden gewor
den alle van een deeg te gelijk zijn gemengt geweest
en dat hij eerste getuijgen zoo hij nuw alleen verclaard
selffs persoonelijk tot het deev van alle die gemelde bolders
nauwlijks ten minste niet meer dan een achele[?] meel
heeft affgehaalt en gemengte off daar toe gebruijkt gehad
dat wijders zoo als zijnuw wederom bjde te zaamen
verclaarden ook in t geheel ter dier tijd in off ten huijse
van de requirante geen andere bolders als hier voorne ge
 

nb van hem
tweede depo
sant

melt zijn geweest dat ten tijde meergemelt wanneer de voorn[oemde] im[post]
meester met desselfs bediendens is gekomen omt[e]
peijlen ende bakkerij is doorgegaan geworden omde pij..
booven op de buulsolder op te neemen alsdoen een gr[ote]
ste partije van de bolders die naderhand in de gangh
verclaarde waar ende warachtig te zijn
zijn gevonden nog in de bakkereij zijn geweest en ook ald[aar]
door hen impost meester en bediendens te zijn gesien ofte
ten minste gesien en bevoelt hebben kunnen werden gelijk ook
bevoelt geworden

voorts verclaaren zij deposanten nog nadat de bolders inde
gang bij oft ter sijde van de bakkerije van de requirante
leggende ter dier tijd door offte op ordre van den voorn[oemde] impost
meesters waaregen geteld en koomende in de bakkereij
van de requirante hij eerste deposant als doen ten aan
hooren en in t bijsijn van hem tweede deposant teegens de
voorn[oemde] impost meester en bediendens in generale terme he[eft]
gesegt gehad manne deeze bolders moetje ook tellen
daar meede verstaande alle die doenog in dezelve bak[kerij]
laege en dat daar op door den selve impost meester is gea[nt]
woort met deeze bolders hebben wij niet te stellen
dat voorts des andersen daags s morgens de clokke omtrend ses
uuren weederom dezelve deurwaarder meeter en bediende
ten huijse van de requirante zijn gekoomen om te peijlen
en dat hij eerste depoasant soo hij nuw alleen verclaarde
doen ook alle die zelve bolders te weeten zoo wel die inde
gang snagts geteld waere als die inde bakkerije we[er]
weederom in pijl voor een __ achele onderhanden heeft
 

Abra
 

opgegeven en die zoo ook door hen voor een achele zijn opge
schreeven geworden
geevende zij depoasanten voorreedenen van weetenschap dat hij
eerste deposant ten tijde als hier voorne gemeld als noot
hulp ende den tweede deposant als knegt indienste van de
requirante ende ten haaren huijse is present geweest
mitsgaders ider zijn voorsz[egde] gedeposeerde aldus te
hebben bij gewoont gehoort gesien ende ondervonden
en wel meede dat hij eerste deposant op den voorsz[egde] elffde
september seeventien hondert drie en veertig
des nagts
tusschen elff en twaalff uuren de voorsz[egde] pijl selffs heeft
opgegeven gehad en dien volgende ten opsigte van alle
sezelve bolders ter dier tijd soo in de bakkerij in den oven
onder den oven als in de gang van de requirante gevonden
als het meel daartoe zelffs affgehaald en gemengt
hebbende na waarheid niet anders (als daar toe niet
meer gebruijkt hebbende) ^^heeft opgegeven te hebben kunnen opgeven
dan een achele meel tot beschuij onder handen ende
voorts als inden text presenteerende zij deposanten daer
omme als all het zelve met de waarheid over eenkomende
ten allen tijde daar toe versogt werdende met eede solem
neel te bevestigen aldus gedaan en gepass[eer]t binnen
de steede Beverwijk ter presenite van Lammert van
der Voet
en Arij Knap als getuijgen

 Barent Hendrickse
    Frans IJpeelaan
    Lammert van der Voet
    Arie Knap
ham Henrij Casteleijn

    not[ari]s     pub[liek]


Homepage | E-mail