Notarieel 4074 / 51 Obdam | 23-12-2003 pag. 1 |
Op den 19 maert 1723 compareerden voor mij Willem Pittes openbaere notaris bij de ed[el]e hove van holl[an]t geadmitteert residerende tot Obdam en de nagenoemde getuijgen Corn[elis] Corn[elisz] Boots wonende in de Wogmeer Jan Corn[elisz] Boots wonende tot Hauwert en Elbert Corn[elisz] Boots wonende op af aen de Spierdijk alle drie kind[ere]n van Corn[elis] Elbertsz Boots op Spierdijk overleden Welke comparanten verklaerden dat sij de huijse en landerije die sij lieden van haer ouders hadde ontvangen en bij derselven nagelaeten soo in de Wogmeer Spierdijk als tot Hauwert tot heden toe in gemeenschap hebben beseten onverdeelt dat sij lieden in gesamentlijk waeren geresolveert ome een verdeelinge van die gemenen vaste goed[ere]n te maeken de losse roerende goed[ere]n zijn bij de comparanten al over lange verdeelt Waer op voortgeende soo verklaerd de compt[en] gesamentlijk dat sij de huijse en landerije alle eerst |
NB hier is t afges tuijntje mede onder gerekent dat met boomen is bepalnt en met een dam aent selve vast | apart toe dese helft gerekent Item een stuk landt gen[aam]t De Zuid Zijd van Jacob Boots Oever groot nae molenm[aa]t 1273 roed[en] gerekent op Item een stuk landt gen[aam]t De Oever Weijd 2 posten samen naar molenm[aa]t 1690 roed[en] gerekent op dese twee laeste poste leggende aen de Spierdijk in Obdam keerom op de andere zijd staet Item is Corn[elis] Boots aengedeelt aen een cavel landt Item en de ten laesten aen een 1/9 paert muijse vreugt zijnde de cavel lant ontvangt nog van Elbers Boots t welke hij van zijn deel aen Corn[elis] Boots moet uijtkeere de some van Corn[elis] Boots moet hiervan aen zijn broeder Jan Corn[elis] Boots uijtkeeren bij zijn deel | f 100:0:0 f 1025:0:0 f 1075:0:0 _______________ zamen f 2200:0:0
f 2200:0:0
|
Jan Corn[elis] Boots is vervolgens gedeelt aen een huis met 10 morgen landt staende ende gelegen tot Hauwert dit gesamentlijk |
gerekent op Item aen een stukje landt tot Obdam gen[aam]t t Langeland twee partije aen malkanderen zamen groot volgens molenm[aa]t 907 roed[en] gerekent op Item nog een stukje gelegen mede tot Obdam gen[aam]t t West- end van Corn Maers Weijd groot volgens molenm[aa]t 750 roed[en] gerekent op Ontvangt nog hier bij aen gelt van Corn[elis] Boots gelijk hier voor staat f 160:0:0 | f 3150:0:0 f 525:0:0 f 525:0:0 _______________ tsam: f 4050:0:0 |
Item ontvangt nog van Elbert Boots twelk mede hier nae int vervolg zal werd aengewesen f 62:10:0 soma Jan Corn[elis] Boots deel of 1/3 paert bedraegt | zamen f 222:10:0 _______________ Zujve: f 4272:10:0 |
Elbert Corn[elis] Boots is gedeelt dan mede als volgt
Eerstelijk aen t huijs in de Wogmeer daer Corn[elis] Boots jegenwoordig in woont met de kapberg daer bij als mede t erf daer t huise op staet groot volgens de lantlegger 130 roed[en] |
dit gerekent zamen op Item aen een gedeelte in een cavel mede in de Wogmeer zijnde in B No 19 dit gedeelte groot nae de lantlegger 383½ roed[en] gerekent op Item een stukje landt in Obdam gen[aam]t de Pees Weijd groot naer molenm[aa]t 2130 roed[en] Item een stukje mede in Obdam gen[aam]t t midden van Kinnemans weijd groot nae molenm[aa]t 677 roed[en] Item een stukje landt mede in Obdam gen[aam]t Int Kerklandt van Jan Dielefs wed[uw]e groot nae molenm[aa]t 652 roed[en] Item een stukje landt gelegen als vooren gen[aam]t t Oost en van t Kerklandt groot volgens molenm[aa]t 1046 roed[en] Dese vier partije leggen aen malkanderen gedamt en zijn gesamentlijk groot 7M[orgen]:305roed[en] en alsoo gesamentlijk gerekent op op de andere zijd staet voor Elbert Item ende ten laesten een stukje landt mede in Obdam gelegen gen[aam]t Oom Vegter's Weij met een horn van de Groote Acker zamen groot nae molenm[aa]t 1885 roed[en] gerekent op | f 900:0:0 f 130:0:0 f 2600:0:0 _______________ Zamen: f 3650:0:0 f 3650:0:0 |
Elbert Boots moet hier op uijtkeeren Eerstelijk aen zijn broeder Corn[elis] Boots
gelijk hier vooren staet en Corn[elis] Boots deel mede is verhoogt de zome van f 172:10:0 Item aen zijn broeder Jan Boots t welk hier vooren ook al staet en Jan Boots deel mede is verhoogt f 62:10:0 soma Elbert Boots deel of 1/3 paert bedraegt | zamen f 235:0:0 _______________ Zuijve: f 4090:0:0 |
Uijt dit ter nedergestelde blijkt dat dese drie gestelde deele van de anderen zijn verschillenden in capitael maer is eghter bij de drie comparanten doordien het ijder zijn gelegenheijt en menende het meeste voordeel soo best was gecontracteert en volkomen overeengekomen dat men dit sullen rekenen eghter soo gelijk te zijn en ijder een geregte derde paert van zijn ouders nagelaetene huijse en landerij en die sedert nog voor de gemene boedel zijn aengekogt hier met dese vooren staende verdeelingen heeft ontvangen en volkomen geniet selven en alsoo als bij ijder van hun drie staet uijtgedrukt en ter weder is gestelt de Ond[erling]e lands koste als ook de extra ond[erling]e verpond[ing]e zijn van alle het voorstaende lant en huijsen gelijk gerekent soo dat de ond[erling]e onkoste soo dijk molengelt als ond[erling]e verpond[ing]e op tekenen deses alle zijn gelijk gemaekt en getekent even of t alle voor 1721 was betaelt alsmeede de extra ond[erling]e verpond[ing]e voor de jaere 1718 en sullen in te vervolgt de ond[erling]e en extra gedaan na naer dese verdeelinge en daarop gevolgde reken[i]n[g] onkoste en verpond[inge] die en op reken[i]n[g] dese op te quad zijn reeds op staen en in t vervolgh op houde mogen komen voor iders reken[i]n[g] van zijn aengedeelde huijs en landerije zijn de comparanten hebben op tekenen deses ook met elk anderen gerekent wegens de huus penn[inge] en lands ongelde dat ider te goed ofte quaed soude mogen zijn als meede dat den van de anderen van voorige jaeren ter goed ofte quaed sonder mogen wesen en daer een afparte memoire van gemaekt soo dat sij een volkomen slot elk met andere hebben gemaekt en verder belooft dat die die volgens de rekeninge aen de andere te quaed was en derhalven volgens rekeninge moeste uijtkeeren Welke verdeelinge en volkomen slot van rekenninge volgens memoire door van _pde alsoo gedaen verpond[ing]e zijnde als hier vooren iw ter neder gestelt soo belooven de comparanten gesamentlijk en ider int bijsonder dese voorenstaende verdeelinge soo op die wijse als hier voor staet uijtgedrukt waer aen ider is gedeelt en daer op gevolge rekeinge nae te komen en als luijde van eeren getrouwelijk te onderhoude ook elks aendeel te helpen vrijen en waeren soo des behoort en ider zijn aengedeelde in een stille en geruste possessie laeten besitten Aldus opregt verleden en gepasseert in de Wogmeer ten woonhuijse van Corn[elis] Boots ten bijwesen en overstaen van Claes Groot wonende tot Hauwert en P[iete]r Jacob Knaper wonende in Obdam als versogte geloofwaerdige getuijgen des ten oirconde getekent datum __ Crelis Crelisz Boots IJan Cornelijs Boots W. Pittes Elbert Cornellis Boots dit merk bij |