Notarieel 4077 / 22 Obdam pdf 15-05-2023 pag. 1

 
 
J Bourgonje
 
 
 
J Bourgonje

huijden den derden februari
des jaars 17c twee en veertig
compa
reerden voor mij Gerard Post open
baar notars bij den edelen hove
van Hollandt geadmitteert tot Ob
dam residerende present de nagenoem
de getuijgen Jacob Pietersz Butter als
in huwelijk hebbende Grietie Pieters
wonende tot Hoogtwout Pieter Ariensen
Rood
als in huwelijk gehadt hebbende
Aaltie Pieters wonende in de Hoogt
wouder Weere kints kints kinderen
van wijlen Claas Reijerts uijt desselfs
dogters dogter Geert Jans, Jan Corne
lisz Hauwert
wonende op de Hoogtwou
der Pade Pieter Jansz Nieuweboer
als in huwelijk hebbende Maartie
Cornelis
wonende tot Opmeer Cor
nelis Claasz Wester
als in huwelijk
hebbende Aaltie Cornelis wonende tot
Eerswout Jacob Teunisz Muijs als in
huwelijk hebbende Anna Cornelis
mede wonende tot Opmeer Cornelis
Claasz Molenaar
als in huwelijk heb
bende Diwer Cornelise wonende tot
Oudorp met hun vijven mede kints
kints kinderen van gemelde Claas
 

Rijers uijt desselfs dogters dogter
Trijn Jans ter eenre Jan Jansz Borst
als in huwelijk hebbende Lijsbet Pieters
en wonende tot Ursem wleke Lijsbeth
Pieters
een dogter is van wijlen Pieter
Rijerts, Zijmen Jacobs
wonende op
Spierdijk wiens moeder Welmout
Pieters
mede een dogter was van ge
melden Pieter Rijertsz nog den gemelden
Jan Jansz Borst als voogt over Pieter
Jacobs
en zig sterk makende en de rato
caverende voor zijn mede voogt Huijbert
Joris
wonende in de Rijp welke pupil
Pieter Jacobs mede een zoon is van
gemelde Welmout Pieters nog eens den
selven Jan Jansz Borst als regt in de
actie hebbende van wijlen Grietie P[iete]rs
wiens moeder Trijn Pieters mede een dog
ter was van gemelden Pieter Rijertsz
ter andere zijnde zijnde alle de voorsz[egde] com
paranten mij not[ari]s of nagenoemde getuij
gen wel bekent welke comparanten ge
samentlijk verklaarden dat wijlen Trijn Jansz
bij haar testament gepasseert voor den nota
ris Jacob Kos en sekere getuijgen op Spierdijk
den 21 juni des jaars 1684 tot haar erf
genamen hadde geinstitueert haar omen de
voorgemelde Claas en P[iete]r Rijerts met en
beneven haar halve suster Aagt Pieters ie
der van hun voor een derde dog hara na
latenschap bij den voorsz[egde] testamente beswarende
met verbant van fideicomis tot in den
 

derden graad Aagt Pieters sonder erven
tot de voorsz[egde] fideicomissair goederen na
te laten overleden zijnde ende ## ten reguarde van eerstgenoemde
zeven comparanten als erfgenamen van
Claas Reijersz het voorsz[egde] verbant van
fideicomis in hun ouders reets geendigt
zijnde soo waren de comp[arante]n ten weder
zijde namentlijk als erfgenamen van
Claas Rijers ter eenre ende als erfgena
men van Pieter Rijertsz ter andere
zijde te rade geworden de voorsz[egde] nalaten
schap van gemelde Trijn Jans onder hun
lieden in twee delen te verdeijlen het
welk zij lieden dan ook hadden gedaan
in volgende manieren dog alvorens
ter verdeelinge te komen gaven de comp[aranten]
te kennen dat zij de voorsz[egde] nalatenschap
alleen hadden bevonden te bestaan in de
navolgnede twee stuckies landt als
          Eerstelijk
een stucke landt leggende
in de polder van Avenhorn
groot 133 roeden belent
met Claas Tamisz ten westen
en
oosten en Claas Jansz ten
westen
          ten tweeden
een stucke landt gelegen
 

aan de Spierdik onder de
jurisdictie van Spanbroek
groot circa 364 roeden
belent met Pieter Boots
junior ten Westen en Trijntje
Knaps
ten zuijden
welke twee stuckes landt de comp[arante]n
onder elkander hadden verdeelt in
deser voegen namentlijk dat
Jacob Pietersz Butter en Pieter Ariaansz
Rood
als kints kints kinderen van
Claas Rijers uijt desselfs dogters dogter
Griet Jans ieder van hun voor een vierde
en Jan Corn[eli]s Hauwert, Pieter Jansz
Nieuweboer, Cornelis Claasz Wester, Jacob
Teunisz Muijs
en Cornelis Claasz Molenaar
met hun vijven mede kints kints kinderen
van deselven Claas Rijers uijt zin dogters
dogter Trijn Jansz ieder van hun voor
een tiende deel in vollen ende vrijen eij
gendom zullen blijven besitten ende behouden
het eerstgenoemde stuckie landt gelegen
in de polder van Avenhorn soo als het
zelve hier voren nader staat gespecificeert

waar tegen Jan Jansz Borst als kint
van Pieter Rijersz en als regt ende actie
hebbende door koop van Grietie Pieters die
een enig kint was van Trijn Pieters dogter
van denselven Pieter Rijers en zulks voor
 

twee derde parten Zijmen Jacobs en
Pieter Jacobs kints kinderen van gemelde
Pieter Rijersz uijt desselfs dogter Wel
mout Pieters
ieder voor een sesde part
mede in vollen ende vrijen eijgendom
zullen blijven besitten ende behouden het
andere stucke landt gelegen aan de
Spierdijk soo als he tselve mede hier voren
nader is gespecificeert

met welke vorenstaande verdeling
verklaarden de comparanten gesamentlijk
de voorsz[egde] nalatenschap te houden voor
gescheijden en gedeijlt en wat deselve schij
dinge ende deijling ete nemen volkomen
contentement ende genoegen belovende
mitsdien elkander om geen andere schij
dinge nog te deijlinge moijelijk te sullen
vallen maar elks aan bedeelde gerust ende
vredelijk te laten possideren ende genie
ten sonder oijt ofte oijt daar tegen te
doen ofte gedogen gedaan te werden in
regten nog daar buijten renuntierende
mitsdien van relief of reductie en alle
andere hulp middelen soo van regte als
van gratie waardoor desen eenigsints
soude konnen vernietigt of verbroken
werden alles onder verbant als na
regten
 

aldus gedaan ende gepasseert ten
comptroie mijns notario tot Obdam
ter presentie van Pieter de Vlieger
enGerment Nieropbijde wonende
in hensbroek als getuijgen
Jacob Pieter Butter        Pieter Aerjens Rood

 

     Jan Cornelisz Hauert
Pieter IJansen Nieuwebooer

dit merk stelde
Corn[eli]s + Claasz
     Wester

Jacob Theunis Muijs

Jan Jansz Borst

dit merk stelde
Corn[eli]s ^ Claasz>
     Molenaar

Sijmon Jakobsz Rens
Pieter de Vlieger Germent Nierop

                                          mij present
                                          Gerard Post
                                          notaris publiq


Homepage | E-mail