Notarieel 50-272 / 75 Leiden
Notarieel 50-272 / 75 Leiden pdf 06-05-2019 pag. 1

 
_ij gegroseert ende gecopieert
bij manier van exract

best gedaen[?]
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  0   3   0
10.
  5
  4   4 20
  2.  2.70
22.  3.90

nu[mmer] LXXV
 

heden den Seventiendenmaertijvan jaere XVJe veertich
compareerden voor mij Pieter Dircxz van
Leeuwen
openbaer notaris bijden provincialen
hove van Hollandt opte nominatie van
heeren van de gerechte deser stadt leijden gead
mitteert binnen der selver stede residerende
en voor den nabes[chreven] getuijgen de e[erzame] Jan Jacobus
van Hogenburch
voortijts coorncoper jegenwoordig
woonachtich tot Leijderdorp mij not[ari]s wel bekent
als verhuijrder ter eenre ende Gerrit Maertens
Verdel
bouman voor alsnoch woonachtich
tot Noortwijckerhout als huijrder ter andere
Sijden ende bekenden sij comp[aran]ten voorno[e]mt ge
samentlijc ende ijder van hun int bijsonder over ende
weder over verhuijrt ende gehuurt te hebben res
pective seeckere wooninge als bouhuis barch
ende schuijr mette werff ende boomgaert
aen noortzijde van t voorsz[egde] bouhuijs neffens
de landen hier naer gespecificeert t samen groot
met den gront vande voorsz[egde] boomgaert werff
ende gevolge tweentwintich morgen drie
hondert t negentich roeden alle staen[de] ende
gelegen inde ambachten van Leijderdorp Soe
terwoude ende Oestgeest respective namentlijck
de wooninge met de werff bouhuijs barch schuijr
den boomgaert staen[de] en[de] gelegen in Leijderdorp
achter de kerck aen[de] Om[m]edijck aldaer t samen
voor een halff morgen Item omtrent tien morgen
weijlandts gelegen in de monicke polder achter
de voorsz[egde] wooninge in Leijderdorp belent suijtwest
en[de] noortoost Fredrik Henricxz Backer suijtoost
de weduwe van za[liger] Claes Dircx Moij en[de] nootr
west d arme weesen binnen Leijden noch omtrent
vijff morgen weijlandts mede gelegen in Leijderdorp
in de Monicke polder voorsz[egd] in den noortwest hoeck
aldaer wijders noch vier morgen vier hondert twin
tich roeden hoijlandts gelegen in Ambachte van Soeterwoude
 

belent ten oosten Crijn Pietersz ten zuijder de
weduwe van e[erbare] heere Panhuijsen ten westen d erffgen[amen]
van Pieter Claesz Rijnegom en[de] ten noorden Neeltgen
Claes
d[ochte]r ende ten laetsten vordere twee morgen
twee hondert t seventich roeden mede hoijlandt gelegen
in Oestgeest opte Sijll belent ten suijden t Sinct
Elisabeth gasthuijs binnen Leijden ten noordne d univer
siteijt aldaer ten westen d abdije van Rhijnburch
en ten oosten de Sijll alles bij den hoop en sonder
maet als de maet met de voet gestoten en[de] soo
groot en[de] cleijn de landen tusschen haere belendingen
gelegen zijn sonder dat den verhuijrder ofte den huijrder
respective voor overmaet off ondermaet ijets sullen
mogen eijschen off corten in geenre manieren ende
dit voor den tijt van omtrent vijff eerstcomende
en[de] aeneenvolgende jaeren innegegaen sijnde den X en
maertij voorleden deses jaers XVJ veertich
ende eijnd[ig]en[de]
Petridage ad cathedram anno XVJcM vijffenveertich om
de somme van acht hondert gul[den] van XL groten vlaems
t stuck t jaers te betalen alle en telcken jaere d[e] een
heelft tot vier hondert gul[den] op Alreheijlgen dage en[de] d ander
helft tot gelijcke vier hondert gul[den] op Petridage adca
thedram
daer van dien volgens het 1e halff jaer betaelt
moet werden op Alreheijligen eerstcomen[de] deses jaers
XVJc veertich
item het tweede halff haer op Petri
ad cathedram a[nn]o XVJc eenenveertich
daer aen volgen[de] en[de]
soo voorts van halff jaer tot halff jaer ten uijt
gange toe van huijre voorsz[eg]t ende dat telckens
precijs off uijtterlijc een maent daer naer onbegrepen
in vrijen suveren gelden sonder eenige de minste affcor
tinge t sij van beden subsentien schattingen van verpondingen
morgen molen dam dijck en[de] sluijsgelden binnen en[de] buijten
lants costen ende general[ijk] van alle andere schattingen
en[de] ongelden nu behouden off onbehouden de welcke alle
tot laste van[de] huijrder comen moeten blijven oock het
maecken van[de] kaden dammen banwercken en[de] den aen
cleeffven vandien tot des huijrders laste als bekennen[de]
hij huijrder voorn[oe]mt opte bedongen vrijheijt en[de] beloften
van niet te corten t voorsz[egde] gehuijrde te betercoop en[de]
tot minder prijs in huijre vercregen te hebbem met voorsz[egde]
waerden dat den verhuijrder aen hem tot zijn profijt gerijff en[de] gebruijc
 

behouden heeft sulx hij doet bij desen de boven camers ende
met de cleijne kelder item de solder over de keucken
wijders den ouden en en jongen boomgaert aen[de] suijtsijde
van de voorsz[egde] huijsinge gelegen oock mede de laen met de
plantageien daer op staen[de] mitsgaders t gebruijck vna het
schuijtten huijs en[de] oock de plantagien staen[de] opten Om[m]edijc
voor de voorsz[egde] wooninge dat voorts Fredrick Henr[iksz]
Backer
met omtrent twee morgen weijlants achter
de voorgeroerde tiem morgen lants gelegen sijnen vrij
tocht moet hebben over de selve tien morgen gelijck
noch de gebuijren van t lagelandt cum socijs haer enes
vrijen voetpat hebben sullen over het hooffde en den caede
van[de] voorgeroerde omtrent vijff morgen lants dat wijd
t gewas van t gras van[de] hoijlanden alle en[de] t elcken jaere
affgemaeijt sal moeten werden voor den nieuwen S[in]t Jan
sal noch den huijrden voorn[oem]t op de voors[zegde] landen geen
paerden mogen weijen in geenre manieren dat voorts
den huijrder voorn[oem]t tot de koeijmisse die geduijren[de]
dese huijre van sijn bouwerij affcomen en vallen sal
alle en[de] telcken jaere sal moeten leveren acht roeden bagger
aerde ter dicte van drie roede voeten welcken baggers
den huijrder doen baggeren sall uijt de verhuijrders graften
sloten daer toe hij huijrderooc moetleveren sal twaalff schepen
goet bequaem en[de] graeffsant gehouden blijven[de] den huijrder
voorn[oem]t de vorosz[egde] misse aerde en[de] sant op t aller bequaemste
door den anderen te vermengen en[de] ten meeste oirboir
over de gehuijrde landen te brengen en[de] te stroijen tot
allen ende sulcken tijde mitsgaders plaetsen als
den verhhuijrden aentwijsen sal en[de] behout voorts den verhuijrder
voorn[oem]t voor hem mitsgadersvoorsijn familie en[de] gevolgh den
vrijen in en[de] uijtgangh door de verhuijrde huijsinge om op
de boven camers en[de] solderinge te gaen en[de] testaen gelijck
mede den vrijen aen aff en[de] toegangh tot daar de bornput alles
sonder eenich jegenseggen van[de] huurder hebben hij huijrder
voorn[oem]t op eer en[de] vromicheijt belooft gehadt gelijck hij
doe mitsdesen hem nae alles was voors[zegd] staat en[de] elc
poiont vandein geheel en[de] al te sullen gedragen zonder
daer jegens ijets te doen off gedogen gedaen te werden
directel[ijk] of inderecktel[ijk] in rechten off daer buijten
in geenre manieren hier onder en[de] tot verseeckertheijt
van dien mitsgaders oock voort voldoen van allen costen schaden
en[de] interesten bij wanvoldoeninge te hebben doen off lijden
soo was hij huijrder verbinden[de] gelijck hij verbint mits desen
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
woonachtich tot
Lisse

eerst specialijck alles wes in en[de] op t gehuijrde voors[zegde]
sal werden ver bevonden ende wijders sijn persoon en
generalic alle zijne andere goederen roeren[de] en[de] onroeren[de]
jegenwoordige en[de] toecomende actien en[de] crediten geene
vandien uijtgesondert noch buijten gehouden ten bedwange
en[de] executie van allen s heeren rechten en[de] rechteren es mede
mij notaris en[de] getuijgen voorsz[egd] gecompareert en[de] verschenen
Conr[elis] Maertensz Verdel des huijrders broeder ^ ende
heeft tot naeder en[de] beter verseeckerheijt van verhuijrder
nopen[de] het naercomen en[de] voldeon van alles wes voors[zeg]
staet en[de] elck poinct van dien mitsgaders oock voort
voldoen van allen costen schaden en[de] interesten bijwan
voldoeninge te hebben doen off lijdne hem selven voor des
voorsz[egde] Gerrit Maertensz Verdel sijn broeder gestelt
ende gecomstitueert gelijck hij doet mitsdesen borger en[de]
mede principael schuldenaer met versaeckinge der
weldaden van ordre en[de] uijtwinninge dies wel onderrecht
zijn[de] soo hi verclaerde daertoemede verbinden[de] sijn persoon
en[de] generalick alle zijne goederen roeren[de] en[de] onroeren[de] jegen
woordige en[de] toecomen[de] actien en[de] creciten geene van dien
uijtgesondert ten be noch buijten gehouden ten bedwange
van allen s heeren rechten en[de] rechteren des beloofde
Gerrit Maertensz voornoemt de voorsz[egde] Corn[elis] Maertensz
goet bequaem en[de] graeffsant gehouden blijven[de] den huijrder
zijn broder van[de] borchtochte deses te ontheffen vrij
costeloos en schadeloos ten te houden onder verbant en[de]
bedwangh gelijck vooren alles ter goeder trouwen
sonder argelist versoucken[de] hij comp[aran]t[e]n voorn[oem]t met wettige
stipulatie ten dien eijnde aen handen mijns notaris als een
publijc persoon gedaen van t gunt voorsz[egd] staet kennise
gedragen gemaeckt en[de] aen wederzijden gelevert te werden
openbaer instrumenteen off meer in gewoonlijcke forme aldus
gedaen verleden en[de] gepasseert binnen der versz[egde] stadt Leijen ten huijs comptoire mijns not[ari]s
staende aldaer opte overwulffde Volregraft ofte Langebrugge
present Willem Sijmonsz van Vredenburch
ende Bartholomeus Roose comptoir clercqe
als getuijge van goeden gelove neffens mij notaris
ten desen versocht en[de] gebeden

   Jan Jacobsz van
     Hogenbucht
     Gerrit Maertensz Verdel
      Cornelis   Meartenssz  Verdel

      W:S: van Vredenburch
 
 
Corn[elis] Claess op[?] Woer[?]
woonachtich
tot (noortweijc) inden Cleij het v__

B:Roose
1640

              t welck wij affirmeren
PD van Leeuwen not[ari]s pub[liek]
            1640