Factum dat de innehouden deses afgelost ende gequiten en heeft gebleecken originele van desen en gecasseert mette quitantie vertoont den
3 maert 1643 JW van Walwijck schuldenaar Burger deser Stede off sijns den gerechthouder van desen | CXLIIIJ Op huijden den eersten november a[nn]o XVJcXXVJ compareerde voor mij Jan Willemsz van Wal wijck openbaer notaris bijden hove van Hollant opte nominatie van die van de gerechte der stadt Leijden geadmitteert ende voorden getuijgen naergenomineert Jacob Maertensz Verdel bouman tot Noortwijckerhout als principael ende Rennet Maertsz Verdel wonende tot Lis[se] als borge ende mede principael onder renuntiatie van de benefictien ordinis excussionis et divisionis de cracht van dien hem wel bekent sijnde ende beken
de sij comp[aran]ten voor haer haren erven ende naco melinge vercost te hebben ende sulcx deuchdelicken schuldich te wesen aen ende ten behoeve van Frans Corn[elisz] van der Maes off sijns rechts ten desen vercrijgen een erffelicke losrente van vijffentwintich guldens te XL grooten t stuck s jaers verschijnende jaerlicx de eersten novembris de welcke sij comparanten alle ende t elcken iare belooffden te sullen betalen vrij suijvers gelts ende sonder deductie off affbreck die oock souden mogen werden genoemt ende bij wier die alrede ingestelt ende ommegeslagen sijn off sullen werden daer van dien volgens te eerste jaer rente ommecomen ende verschijnen sal den eersten novembris anno XVJc sevenendertich geduijrende so voorts van iare te iare solange ende tertijt toe
de voorsz[egde] rente effectuelicken sal sijn gequeten ende affgelost welcke afflossinge sij comp[aran]ten ende hare nacoemlingen t allen tijden sullen mogen ende moeten doen als hen off den rentheffer inder tijt gelieven sal mits naer behoorlicke wedersijdige waerschouwinge van drie maenden teffens ende tot eenen male in goeden gelde opleggende ende betalende een somme van vijffhondert guldens munte versz[egd] in hooftgelde ende met eenen daer bij vougende alle de verlopen renten die als dan naer beloopd des tijts verschenen ende onbetaelt sijn sullen int vorder bekenden sij comp[aran]ten over de constitutie deses gelijcke somme van vijffhondert guldens |