| in den name des heren amen op heeden den 11 september 1751 compareerden voor mij Philip Zweerts notaris publicq bij den hove van holland geadmitteert te Amsterdam residerende in pre sentie van de nabesz[chreven] getuigen |
|
11 26 f3 | Margaretha Haan en Annetje Salligers meerderjarige ongehuwde dochters wonende in de tuindwarsstraat binnen deze stad mij de nabe noemene getuigen bekent de eerste gezond en de tweede ziek van lichaam doch haar verstand memorie en uitspraak wel hebbende en gebruikende als uitterlijk bleek de welke uit aanmerkinge van de zekerheid des doods en de onzekere uure van dien vercklaarden na christelijke recommondatie en ziel en lichaam zonder aanradinge of misleiding van ijmand uijt eijgen vrijen wille na te niet doeningen van alle testamenten codicillen en alle andere soorten van uijterste of laatste willen dispositien wat benamingen die ook mogten hebben bij hun de
testratrices te zamenmet ijmand andersof daar ijder apart voor dato dezes gemaakt en gepasseert mede dezen elkander over en weder _ sulx de eerst stervende de langst levende van hun beide bij dezen te stellen en te noemen tot elks eenige en algehele erfgename en dat inder eerststervendesg___tienalatenschap waar in die ook mogt bestaan of op wat plaats gelegen zijn niets uijtgezondert Doch ingevalle de eerste testatrice de eerststervende ws verklaard de zelve mids dezen te legateren aan haar zuster Lena de Haan huijsvrouw van Jan junior t Honde of bij haar vooroverlijden haar kind of kinderen bij plaatsvullinge all het gemaakte goud en zilver tot haar eerste testatrices lijf behorende uijtgezondert de goude ketting die aan haar eerste
testatricesvoorsz[egde]erfgename de tweede testatrice in dezen zal blijven midsgaders aarin boven noch alle haar klederen uijtgezondert een twee halve dozijn beste hemden en wolle damaste rok met een _ts 9 elkeen dito rok en het kl_ene goed alle t welke onder haar eerste testatrices geinstitueerde erfgenamen in eigendom zal blijven berusten wijders verklaard de tweede testatrice te legateren aan haar zuster van halve bedde Martha Woertman een tas met een zilvere beugel een half dozijn hemden vier witterokken vier witteborstrokken en een paar goude oorringetjes met een paar baggetjes[?] | |
| voorts legateerde tweede testatrice
aan haar moeder Martha Cuvel eerder wed[uw]e Anthonij Salligers en thans huijsvrou van Jan Woertman alle de klederen tot haar testatrices lijfbehorende benevens het gemaakte goud en zilver uitgezondert de goude ketting het chitse jak de chisserok de zijde dito vier lakens gemerkt nog (^ t welk in eijgendom zal blijven aan de eerste testatrice) en het kleine goed ^all t zelve haar voorsz[egde] moeder arsegnerende[?] en toevoegende tot voldoening een haar legitime portie waar inne zij bij desen naar word geinstitueert zullende dezelvehet zelve eerstlegateren niet eerst behoeven te worden uitgekeert dan drie maanden na haar testatrices overlijde en ingevalle de gemelde Martha Cuvel
haar tweede testatrices moeder hiermede niet tevreden waare maar de eerste testatrice eenige moeite of molestie aandede t zij om te hebben staaten inventarien den boedel of andersins verklaarde de tweede testatrice de versz[egde] beide legaten aan haar en haar dogter besproken te revoceren en te vernietigen en te herroepen en als dan haar voorsz[egde] moeder alleen te stellen en te noemen tot haar mede erfgename in de naakte en bloote legitime portie haar naar scherpheid van rechten uit har nalatenschap competerende dog zverder of anders niet Voorts stelt de eerstervende de langstlevende en de testatricen tot excecutrice van dit testament directrice vanelkanders __ begraaffenisse en de eerste tweede de eerste om het gelegateerde
aan Martha Woerstman zo lang te bewaren tot zij in staat is het geene aan haar beprokken is tekennen gebruiken en bewaren gevende __d een d ander den dien einde zo veel magt gezag en authoriteit als hen lieden naar rechten kan en mag worden verleent en gegeven | |
| met uijtsluitinge van alle andere die zich eenig gezach of bewind en het sterfhuijs van de testatrice zin de weillen aan___ tegen ook met e__ed bedankende voor zoveel naad zij de ed[ele] heeren weesmeesteren deser stad ofer plaatse daar de testatricen sterfhuijzen mogten vallen of goederen gelegen zijn Alle twelke de testatrice verklaarde te wesen haar lieder testamenten uitterste
wille t geen zij begeerden dat als zulx als codicille gifte onder den levende of uit zake des doods of zo t zelve naar rechten best bestaan kan na haar overlijden zal werden nagkomen Aldus gedaan binnen Amsterdam ter Presentie van Harmanus Kuweld en Willem van Dilm als getuigen hier toe verzogt de welken verklaarden de testatricen wel te kennen en dat zij de geene waaren die zij zich in dezen hebben doen noemen | |