Notarieel 5075-5381 / 261 Amsterdam pdf 19-05-2021 pag. 1

15 sept[ember] 1694

261

 

Testament van
    Iwith Jansz Kamper
 

 
huijdecoper

 

de test[ateu] r verklaarde inde
200e p[enning] onbekend te zijn

 

In den name godes amen
in den jare naden geboorte onses heeren en zalig
makers Jesu Christi zestien hondert vier en t negentig
op den 15 september
zijnde woensdag s voormid
daghs de klok elf uuren compareerde voor mij
Livunus Meijer notaris publicq bij den hove van
Holland geadmitteerd binnen Amsterdam resideren
de in kennisse van de nagenoemde getuijgen
 

15 septemb[er] 1694
zijnde woensd[ag]
uure van d klok
half elf uuren

onbekend f3-

d eerzame Jwith Jansz Kamper wonende binnen
deze stad inde Blomstraat mij not[ari]s bekend
zijnde gezond van lighaam gaande ende staande
mitsg[ade]rs zijn memori verstand en uijtsprake
volkomentlijk magtig de welke verklaarde door
overdenkinge des doods uijt zijn eigen vrijene
bij dezen te maken zijn testam[en]t ende uijterste wil
in memorij vervolgende
    eerst en alvorens heeft hij testat[eu]r herroepen dood
ende teniet gedaan alle testamenten codicillen en alle
andere soorten van uijterste willen bij hem voor
dato dezes gemaakt ofte gepass[eer]t ende op nieuwe
disponeerde verklaard hij alvorens dat hij
aan zijne kinderen hadde voldaan hun moederlijk
testateur aan zijne hadde voldaan hun moederlijk
goed volgens hunne quitantie gepass[eer]t voor
Jacobus Hollerus in zijn leven mede notaris alhier
en zekere getuijgen den 19e novemb[er] a[nn]o 1690 zulx
dat het gene hij is bezittende hem vrij en eigen
toekomt ende op de voet testerende heeft
hij testateur zijne drie kinderen met namen
Gerrit, Aaltje en Cornelis Jwith Kamper
bij de naakte en blote legitime protien en vorders
niet onder affslag van al t gene daar op na
regte eenigsins toegerekent kan ofte mag worden
ende in alle zijne verdere na te latene goederen gene uijtge
 

uijtgzondert heeft hij testat[eu]r tot zijne erfgenamen
bij dezen genoemt de kinderen die zijn gemelde
drie kinderen reets hebben en namaals nog mogten
krijgen ende dat bij staken of representatie en__
bij hoofden ofte bij iemants voor overlijden des verstervendes
afkomelingen in de plaatze met begeerte dat en
renten van de goederen van zijne kinds kinderen zullen
moeten op lopen tot hunne mondige jaren ofte
huwelijken staat zonder dat zijn testateurs
kinderen onder eenig pretext daer van iets zullen
mogen genieten
maar ingevalle zijn voorn[oemde] drie kinderen binnen
de tijd van zes weken na zijn overlijden voor notaris
en getuijgen van hunne legitime portien quamen
af te staan en deze zijne volgende dispositie
ofte bij aldien een ofte twee zijne kinderen van
hunne legitime afstonden en t volgende
afprebuuren wederroept hij de voorstaande dispositie
in regarde en voor zoo ___ veel aangaats de kind
ofte kinderen die zulx komen te doen
ende verklaarde dan op nieuws zijn testament
uijterste wil te wezen t gene volgt
Dat hij begeerde dat zijne kinderen na zijn dood
zullen trekken en genieten zodanige goederen als hen
hier werden toegevoegt daar inne de zelve tot zijne
 

 
 
voor

zijne erfgenamen stelende bij dezen namentlijk
zijn zoon Gerrit Jwitsz Kamper ofte bij zijn
overlijden zijne kinderen bij plaats vullinge een
huijs en erve staande en gelegen in de Blomstraat
bij de laatste Dwarsstraat daarde Kuijpers
baars in de gevel staat met zijn testateurs
swarte rok en mantel ende de helft van
alle de verdere klederen van linde wolle en
andere stoffen tot zijn lighaem behorende
zijn dogter Aalthe Jwits Kamper ofte bij haar
voorafsterven hare kinderen bij plaats vullinge een
huijs en erve met het agterhuijs staande en gelegen
inde Blomstraat bij d eerste dwarsstraat daar
aan t voorhuijs de melkboer uijthangt en hij
testat[eu]r in woond als mede het agterhuijs en
erve zonder het kamertje daar Sara jegenwoordiglaatst
opgewoond heeft staande en gelegen in de egelantierstraat
voorbij de twede dwarsstraat over de Kalkoense
haan met een vrije uijtgang na de straat ook
vrij van de 8e 100e en andere penningen die ten
laste van t voorhuijs zullen blijven ende nog
daar en boven alle die huijsraad en inboedel bij
hem testatuer na te laten uijtgezondert het gene
daar van hij hier agter komt te disponeren

zijn overlijden zijne kinderen bij plaatsvullinge t voorhuijs

voor

overlijden zijne kindern bij plaatsvullinge t voorhuijs
ende erve met het kamertje daar Sara jegenwoordiglaatst op gewoont
 

opgewoond heeft dog zonder t agterhuijs staande en
gelegen in de voorszchreve egelantiersstraat voorbij
de tweede dwarstraat over de Kalkoense haen met
de gang onder t huijs deur dog belast met
een vrije uijtgang voor t agterhuijs en ook
met de gehele 8e 100e en andere penningen wille[nde]
niet zullen werden verdeelt maar op t voorhuijs
alleen voor altoos zullen moeten blijven ende daar
en boven ____ een pelue twee dekenstwee hooftkussens
de helft van zijn testateurs klederen van linde
wolle en andere stoffen tot zijn lichaam behorende uijtgezondert zijn swarte
rok en mantel die hij hier voren aan zijn zoon
Gerrit heeft voor uijtgem toegevoegt zijn testateurs dogter
mits dat zijn zoon Cornelis Jwitsz uijt zijn eigenbeurs zal moeten
uijtkeren en betalen aan Aagje Dirksz hierna gemeld vijf en twintig
ende ten opzigte van alle zijnde overige
goederen roerende en onroerende actien creditien
en regertigheden gene uijtgezondert die hij met
der dood zal kompen te ontruijmen en agtertelaten heeft
hij testateur begeert dat de zelve door zijne
voorn[oemd]e drie kinderen ofte bij iemants voor overlijden
door desselfs afkomenlingen bij plaatsvullinge
voor gelijke partijen gedeelt en genoten zullen werden
alles dezelve daar in instituerende bij dezen
mits dat zij te zamen tot gedagtenisse zullen uijtekeren
mits tot gedagtenisse uijtkere______ ___

moeten uijtkeeren
zoontje van zijn dogter Aaltje Jans een zilveren
beker van vijftig gls als
als volgt aan AagjeDirks
 

Dirks dogter van zijn testateurs overleden huijsvrouws broeder
Dirk Remijt te somme van hondert guldens eenen
boven ___ de 25 g[u]l[de]ns door Cornelis Jwitsz aan haar te betalen
aan Jwith t zoontje van zijn testateurs dogter Aaltje
Jwits
een zilvere beker van vijftig g[u]l[den]s aan Jan
mede een zoontje van zijne dogter een zilvere kop
ende aan ieder van de kinderen van zijn zoon
Gerrit Jwitsz die op zijn testateurs overlijden in t
leven zullen zijn twee zilvere lepels wel verstaande
dat bij voorafsterven van een vande voorn[oemd]e twee
zoontjes zijner dogter de langstlevende van beide
de voorschreve zilver beker en kop alleen zal habben
verders was zijn testateurs expresse begeerte wil
en begeerte dat de onroerende goederen die ieder
van zijne drie kinderen ingevolge van de bovenstaande
speciale toevoginge en aandeilinge zullen komen te
genieten trekken bij afsterven van zijne voornoemde
kinderen zullen moeten gaan erven en verstervan aan
ieders kinderen en verdere afkomelingen bij plaa plaats
vullinge ofte die gebrekende aan zijn testateurs
zijde linnie ende bloede gelijk mede dat het gene
voorschreven alzoo op ieders kinderen gekomen gekomen zijnde
weder in iederstaak zal moeten gaan en erven van t eene
kind minderjarig en ongetrout stervende aan d andere
tot de laatste toe ofte bij iemants voor overlijden aan
des zelfs afkomelingen bij plaatsvullinge ende
t laatste van zijn testateurs kindskinderen in een
staak mede minderjarig en ongetrout stervende
en wettige afkomelingen inde zelve stak ontbrekende
aan zijn testatuers zijde linni en bloede ende dat alles
 

alles en in alle de voorzeide overgangen in t geheel
zonder afkortinge van de legitime trebellianique ofte andere
pen
eenige andere portien ende zonder dat zijne
kinderen ooit ofte ten eenigen tijde ende zijne
kindskinderen zoo lange de zelve minderjarige en
ongetrout zijn ter contrarie zullen mogen
maken ofte disponeren t zij onder de levende ofte
bij testament codicil ofte eenige andere uijterste
wil als zulx uijtdrukkelijk verbendende bij
dezen
    eijndelijk was zijn testatuers begeerte dat de
vrugten en inkomsten van de voorschreve verbonde t
fideicommissair goederen nooit aansprakelijk
ofte executabel zullen wezen voor eenige schulden
ofte lasten reets gemaakt ofte nog te maken
in eenger manieren plaats__ll als zulx epxresse
lijk verbiedende maar zullen de zelve moeten
vertrekken tot nooddruft en andersin van zijne
kinderen en kindskinderen
    stelde wijders hij testateur tot voogden over
zijne minderjarige erfgenaem en regeerders hunne
goederen ende specialijk ook zoo zijne kinderen
binnen zes weken na zijn overlijden van hunne
legitimen niet afstonden nog de voorstaande
nader dispositie aprobeerden tot regeerders van de
erffenise in zulken geval aan zijn kinds kinderen
toegeregt zijn zoon Gerrit Jwitsz Kemper ende
zijne goede vrined Jacob Bloem m[eeste]r schoenmaker verzoe
 

als

verzoekende dat zij dienlast wilden aanvaarden
aande zelve daartoe verlenende zodanige magt en authoriteijt
als testamentair voogden en regerders na regte
toekomt gelijk mede dat bij overlijden van d een
d ander weder vermogen zal een eerlijk en
bequaam manspersoon in des verstervenis plaats
te verkiezen onder gelijke magt t welk zoo
lange zal continueeren tot dat de voorschreve
voogdije uijtgevoert zal wezen alles met
uijtsluijtinge van de weeskamer alhier ofte elders
daar zijn sterfhuijs mogte komen te vallen als
dezelve daar van excuserende bij dezen met te
niet doeninge van alle wetten en ordonnantien ter
contrarie
al t welk voorsz[egde] verklaarde hij testateur te wezen
zijn testament ende uijterste wil begerende dat de
zelve na zijn overlijden nagekomen en geagter volgt
zal werden t zij als een testament solemneel ofte
als een codicil gifte ter sake des doods ofte eenige
andere uijterste wil zoo zulx op de kragteriste wijze
na regte zal kunnen bestaan
    Aldus gepass[eer]t binnen Amsterdam ten huijze mijns
not[ari]s gestaan op de cingel op de hoek van de Bergstraat
ter presentie van Hendrik Stoel Hendrik Stoel ende
inwoonders alhier en Jacobus Robbregtsz knegt opt heusder
Jacobus Robbregts beide inwoonders dezer stad als
veerschop
getuijgen van geloven hier toe verzogt

dit merk X heeft
Jwit Jansz Kamper
      gestelt
Hendrick Stoel    Jacobus Robbert
                   L Meijer
not[ari]s

op den 9e februarij a[nn]o 1695 zijnde woensdag
snamiddags de klok twee uuren compareerde
andermaal de voornoemde Jwith Jansz Kamper
zijnde als nog gezond gaande ne staande mits[ade]rs
zijn memorie verstand ende uijtsprake magtig
de welke verklaarde zijn zoon Gerrit Jwitsz
Kamper
te excuseren van de voogdije en
administratie hem hier voren opgedragen
ende in plaatze van dien nevens de bovengemel
de Jacob Bloem aan te stellen en te committe
ren Arent WIllemsz m[eeste]r schreijnwerker
alhier ende dat onder alzulken magt en authori[teit]
mitsg[ade]rs uijtsluijtinge van weekameren als
hierboven staat waartoe hij zig refeeerde
aldus gedaan binnen Amsterdam ter presentie van
Michiel Dubbels en Jasper Swaan als getuijgen
hier toe verzogt

dit merk X heeft
  Jwit Jansz Kamper
    zelf gestelt
    M Dubbels
    J Swaan
L Meijer
not[ari]s


Homepage | E-mail