Notarieel 5075-9591 / 15 Amsterdam pdf 14-07-2019 pag. 1

N°:15

 

Op heden den dertienden april
zeventienhonderd zevenendertig
compareer
den voor mij Abraham van Limburg open
baar en bij den hove van Holland geadmit
notaris te Amsterdam residerende
en in presentie van de nagemoede getuigen
de e[erzame] Dirk van Stavel Packer
 

trip

Dirk van Stavel Packer als in huwelijk
hebbende de eerbare Marritje Claas de Bruin
en dezelve Marritje Claas de Bruij bevorens
weduwe en volgens den mutuele testamente
van Leonard Noblet notaris en getuigen al
hier den 6 juni 1724 gepasseert als de langst
levende eenige erfgename van Jacobus van
Dashorst
in zijn leven meester glazema
ker en schilder zijnde zij comparante met
haaren gemelde man geadsisteert en tot
het passeren dezes specialijk geauthoriseert
wonende alhier in de lange leijdse dwarsstraat
bewesten de Spiegelgraft ter eener en Roelof
Latterman
m[eeste]r chirurgijn als in huwelijk heb
bende de eerbare Johanna van Dashorst en deze
vr[ouw] Johanna van Dashorst geadsisteert met en
ten dezen geauthoriseert door haaren voornoem
de man wonende binnen deze stad in de lange
brug steeg ter andere zijde zijnde der respective
comparanten aan mij notaris ende onderge
noemde getuigen bekent
te kennen gevende dat de voornoemde Jaco
bus
en de litte comparante Johanna van
Dashorst
geweestzijnde eenige kinderen en ijder voor
de helft erfgenamen ab intestato van Jaco
bus van Dashorst
benevens weduwnaar en
geinstitueerde erfgenaam van Catharina le
Feber
hun moeder volgens derzelver muteel
testament den 7 december 1717 voor opgemelde
notaris Noblet en getuigen gepasseert en ver
klaarden de comparanten dat de voornoemde
kinderen Jacobus en Johannva Dashorst
na het afsterven van hun vader eenige effecten
door hem nagelaten tusschen den andere hebben
gescheijden en verdeet bij provisionele acte van
schijding tusschenhenrespective opgeregt ten over
staan van de meergemelde notaris Noblet en
zekere getuijgen in dato den 13 septemb[er] 1729 wel
ke scheijding de comparanten respective als nog
verklaarden te approberen zo als zij doen bij
dezen en alzo de hem wederzijdes comparanten
met den anderen overeen gekomen en verdragen
waren om deondergenoemde liquide overigevaste goederen door de gemelde
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
n° 1
 
 
 
 
of de tijd leert alles

Jacobus van Dashorst den ouden agtergelat
en tot nog toe onderde respective comparant
gemeen gebleven bij dezen soveelijkinsgelijks te de
len scheijden en verdelen zo werden dezelve
tot dien eijnde in dezen vervolgens gespecifi
ceert en met onderling volkomen genoe
gen op prijs gestelt zo als bij ijder perceel
is genoteert zijnde
de helfte in
eenhuijs en erve staande en gelegen inde
nieuwe Rapenburgerstraat aan de noord
westzijde belent aande z nu of van ouds
aande zuijdwestzijde Jan Baptist Janse
en aan de noordoost zijde Thomas Visscher
in vorder met zodanige vrij en onvrijheden als
inde leste opdragt briefvan t geheele huijsvan dato 26 april
1703
houdende ten behoeve van Luijtje Roelof
wed[uwe] van Jacob le Feber uitgedrukt is en
waar aan in dezen werd gerefeerd waardig

 
 
2

geschat op
de helfte in
Een huijs en erve staande en
gelegen inde nieuwe Rapenbur
ger straet aande noordwest zij
de belent nu of van ouds aan
de zuijdwest zijde Thomas Visscher
of de tijd leert alles
en aan de noord oostzijde Nicolaas
Schellinger
en wijders met zoda
nige vrij en onvrijheden als in
de leste opdragt briefvan t geheele huijs van dato 26
april 1703
houdende ten behoeve
van Luijtje Roelofs wed[uwe] van
Jacob le Feber staat uitgedrukt
aan welke in dezen werd gerefe
reert tot
zijnde de twee gemeldehelften van de voorsz[egde]perce
len bij scheijding van de nala
tenschap van de voornoemde Luijtje
Roelofs
wed[uwe] Jacob le Feber tus
schen derzelver kinderen en erfge
namenen die representerendeten overstaan van Wil
helmus Sijlvius
notaris en ge
tuigen alhier den 16 april 1709 op
geregt in eijgendom toe gedeelt
aande voornoemde Jacobus van
Dashorst
als man en voogd van
Catharina le Feber bovengemeld
 

f 1000-:-
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
f 1000-:-

3
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
4
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
5

Twee derde parten in een huijs
en erve staande en gelegen in
de grote Leijdse dwarsstraat aan
de zuijd zijde bijde Spiegelgraft
belent nu of van ouds Roelof
Swaan
aande oostzijde en
noordbou aande westzijde en
verder met zodanige vrijen en on
vrijheden als uitgedrukt is
in de leste opdragt brief zijnde
van dato den 18 april 1714 en
houdende ten behoeve van den
overledene Jacobus van Daas
horst
waar aan in dezen werd
gerefereert de twederde tot
De helft in een huijs en erve
staande en gelegen in t Ham
eeters steegjeop de Singel bij de Lelijstraat belent nu of van
ouds Elburg Jans huijsvrou van
Reijnier Paauw aande westzijde
en Hendrik Jansz aan de oost
zijde en verder als in de oude
brieven van quijtscheldingen
waar van de leste in dato 26 maij
1713
is houdende ten behoeve
van de overledene Jacoubs van
Dashorts
en waar aan in dezen
werd gerefereert de gemelde
helfte tot
De helft in een huijs en erve
met een gang ter zijden en
vijf woningen zijnde eertijds
geweest drie woningen daar
agter aan staande en leggende
alhier in de Elandstraat aande
zuijdzijde bij de Princegraft
daar van ouds de vijfgarstebroden
hebben uitgehangen belent
eertijds Andries Jacobsz Delft
aan de westzijde en Jacob Jursz
Lijndraijer
aan de oostzijde en
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
f 2400-:-
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
f  800-:-

voorts als in de leste opdragt brief houdende
ten behoeve van de overledene Jacoubs van

Dashorst in dato 27 oktob[er] 1721
waar aan indezen werd gerefe
reert welke helft waardig is
te samen bedragende

f 1600-:-
f 6800-:-

N° 2
 
 

In welke ses agt duizend agthhonderd gulden
ijder der comparanten in hunne respecti
ve qualiteiten competeert drie duizend
vierhonderd guldens en omme dezelve
te voldoen zo is bij werde aanden eersten
comparant Dirk van Stavel en Maria
Claas de Bruijn
bij dezen als vrijen eijgen
goed toe en aan bedeeld gelijk dezelve ook
bij dezen verklaren aan te neemen
de helft in
het huijs en erve in de Nieuwe Rapenburger
straat belent aan de zuijdwestzijde Thomas
Visser
en aan de noordoostzijde Nicolaas

3

twee derde parten in een huis
en erve in de grote Leijdse dwars
straat bij de Spiegelgraft tot
 

f 2400-:-
f 3400-:-


N° 1
 
 

gelijk aan de twede comparanten en Roelof Lat
terman
en Johanna van Dashorst bij dezen
in vollen vrijen eijgendom toegescheijden en
bij dezelve zo zij verklaarden aan genomen
werd bij dezen
de helfte in
het huijs en erve in de nieuwe Rapenburger
straat belent aan de zuijdwestzijde Jan Bpa
tist Janse
en aan de noordoostzijde Thomas

 
4
 
 
5

Visscher tot
de helft in een huijs en erve
in t Hameeters steegie op de
singen bij de Lelijstraat tot
de helft in een hijs en erve
met een gang ter zijde en vijf
woningen eertijds geweest drie
woningen daaragter aan in de
elandstraat toe
 
 

f 1000-:-
 
 
   800-:-
 
 
 
 
f 1600-:-
f 3400-:-
 

<


# Hermijna van
Diest
ten behoeve
van Jacobus van
Dashorst
groot
tweehonderd gul
dens capitaal
lopende tegen
vier pr[o]c[en]t int jaar
gedateert 12 dec[embe]r
1707
met alle
de agterstalligge
interete van dien

en zullen de respective comparanten te samen
de lasten en reparatien van de vorenstaande perceelen
dragen en de huure trekken tot p[ri]mo maij eert komen
de tot welke tijd de huijzen zullen staan ten gemeene
pericule en risico doch van dien tijd en vervolgens tot
bate en schade van die genen aan wien dezelve
aanbedeelt zijn
met welke finalescheijding en deling de respective com
paranten verklaaren volkomen genoegd en
wel te vrede te zijn belovende makanders aan
bedeelde perceelen gerustelijk en vredelijk te zullen
laten bezitten zonder daar tegen ietwas te doen
of gedogen gedaan te worden in regten of daar
buijten en overzulx den een den ander cederende
en transporterende alle t regt actie of preten
tie t guns dezelve voor dezen op de percelen
aan den ander toebedeelt gehad hebben ten eijnde
een ijder met zijn aanbedeelde perceelen handele
na zijn welbehagen onder renunciatie van
herscheijding en herstellinge mitsgaders van alle
andere beneficien en gratien in regte of costumen
bekent belovende zich daar mede tegen deze
nooit te zullen behelpen bekennende wijders
de brieven en vewijzen van eijgendom tot ijders
aan bedeelde perceelen op het teekenen dezes werdersijtsover
genomen en ontfangen te hebben quiterende
malkanderen over en weder fenalijk bij dezen
tot na kominge dezes verklaarden deze specive
comparanten te verbinden hunne personen en
goederen als na regte
Aldus gedaan en gepasseert in Amsterdam

Blijvende tusschen de wederzijdse comparanten
alleenlijk nog gemeen en onverdeeld en waar
aan ijder hun regt tot de h van eijgendom voor
de helft behoud
een onderhandse obligatie ten laste van Hendrick Verbeeck en #
een schepen in kennis van de heeren schepenen
alhier gepasseert den 4 maij 1706 ten laste
van Hendrik Verbeek ten behoeve van Jaco
bus van Dashorst (den Ouden)
groot vijfhonderd
guldens capitaal lopende tegens vier guldens
 

Van t honderd in t jaar ten selven dage geregistreert
r.r.r.r f[oli]° 262 verso
voorschreven ter presentie van
een schepenen en kennis gepasseert voor de heeren schepe
nen alhier in dato 13 julij 1706 ten laste van Hendrik
als getuijgen de welke verklaarden de twee
leste comparanten wel te kennen en dat zij
deselve zijn die zij hen in de hoffde dezes heb
ben laten noemen
Verbeek en ten behoeve van
Jacobus van Dashorst (den Ouden) groot een
duizend guldens capitaal lopende tegens vier
guldens van t honderd in t jaar ten zelven
dage geregistreert r.r.r.r f[oli]° 307
en een handschrift ten laste en behoeve
als boven in dato 22 dec[embe]r 1707 groot vijfhon
derd guldens waarbij den zelven bekent de
gemelde somme van vijfhonderd guldens ont
fangen te hebben in mindering van de geschre
vene kooppenningen zijnde zulx agtervol
gens zeeker contract voor Wilhelmus Sijvrius
notaris en getuigen alhier in dato 22 dec[embe]r 1707
gepasseert in het welke de voornoemde Hendrik
Verbeek
aan de gemelde Jacobus van Dashorst
bekende verkogt te hebben een derde part in een
huijs en erve in de kerkstraat en een derde
part in de twee huijzen en erven in de nieu
we Rapenburg straat hier voor gemeld te samen
voor twee duizend guldens te betalen een hon
dert guldens contant vier honderd guldens te
brengen ter wees kamer dezer stede voor t bewijs
van de voornoemde verkoper aan zijne kinderen
voor moeders goed gedaan (te samen begrepen in t
gemelde handschrift van vijfhonderd guldens)
en in voldoeninge van de overige koop pennin
gen zoude de voorschreven koper tot zijnen las
te nemen de twee gemelde schpenen kennis
sen te samen ter somma van vijftien honderd
guldens en zoude t verkogte een derde part
inde voorschreven percelen van pp[ri]mo novemb[er]
1707
komen ten profijte risico en laste van
de voorn[oemde] coper mits de gemaakt huur ge
stand doende des zoude de koper op reekening
van de intereste van de voorschreven twee sche
pen kennissen tot pp[ri]mo nov[embe]r 1707 verschenen
mogen ontfangen en inhouden de huurpen
ningen van t een derde part in de voorschreven
drie percelen < b>pp[ri]mo nov[embe]r 1707 verschenen te lee
veren met de eerse ocasie voor deze ed[el] achtb[are]
 

gereghte zonder dat de verkoper voor de vrijwaringe
eenige borgen zoude stellen en zouden de onkosten
van 40 en 80 penn[ing] als andersints wegens de verkoop
in opdragt vallende komen ten lasten van de voor
noemde verkoper en dat onder wederseijds verband
als na regte doch alzo onder de nalatenschap
van den koper Jacobus van Dashorst geen opdragt
brieff gevonden is en alzoo geen wittigen eijgendom
van het verkogte aangetoont kan erden
en den
verkoper Hendrik Verbeek dien volgens in gebreeken
geblevenzal zijnisom de opdragt te doen alschoon de koop
penningen inmaniere voorschreven aan hem
genoegsaam zijn voldaan en den koper zedert
november 1707 daarom ook ^(zo de comparanten niet beter weeten)inde geruste pos
sessievan het verkogtegebleven is zo verklaren de respective
comparanten hun regt tot de opdragt ten las
te de kinderen en erfgenamen van dezelve
Hendrik Verbeek bij aldrin eenige elders te
vinden mogten zijn bij dezen te reserveren en
open te houden of wel andersins hunne pre
tentien uithoofde van de gemelde schepenen
kennisssen en handschrften te samen bedragende
            tweehondert       in interesten van dien aan de werder helfte van de
twee duizend guldens aan dezelve per twee gemel
de perceeleninde rapenburgstrat bij tijd en wijle als gerade vinden
de te verhalen belovende malkanderen over
en weder over voor alle namaningen op en
aanspraken in en buijten regte uit hoofde
voorschreven te zullen indemneren en
bevrijden ende onverhoopte schade dieswegens
gelijkelijk te dragen
tot naarkominge dezes verklarende respec
tive comparante verbinden hunne per
sonen en goederen als na regte
aldus gedaan en gepasseert in Amster
dam voorschreven ter presentie van mons[igneu]r
Cornelis Tuijnenburg en Willem van der sluijs de jon
ge
als getuigen

      Dirk van Stavel
Roelof Latterman
Cornelis Tuijneburg

Maria Klaes de Bruijn
Johanne van Dashorts
WVD Sluijs de jonge    
A V Limburg
    
not[ari]s publ[iek]


Homepage | E-mail