151

ges[egeld]
den 8 7[=sept][em]b[er] op
6 g[u]l[den]                       

463

op huijden den 8^en 7[=sept][em]b[er] 1685 olden stijll
comp[areer]de voor mij Nicolaes van Vechten
notaris s hoofs van Utrecht binnen
Utrecht resideeren[de] en bij de ed[ele] h[ov]en
borgerm[eester]en en vroetschappe der selver
stadt gepermitteert in presentie
van de naerbenoemde getuijgen hier
over geroepen Adam Henrixen van
Gelder smith ende borger deser stadt
wonen[de] in Tollesteech op de helling
mij notario seer wel bekent __
een mede erffgenaem voor de gerechte
helfte van Henrick van Gelder sijn
vader za[liger] den welcken verclaerde te
constitueeren en machtich te maecken
Jan Willemsz van Gelder soon van
Willem van Gelder die een mede
erfgenaem was van versz[egde] overl[eden] ome[..?]
te vercopen seeckere huijsz[inge] erve en
gront staen[de] en[de] gelegen achter den
dorpe Aldekerck op santpath
mitsgaders noch een mergen lants
aldaer in[de] vorst de cooppenn[ingen]
van dien te ontfangen en t vers[zegde] huijs
erve mitsgaders lant met de
gerechticheden en servituten van active
quam passive daer toe specteeren[de]
gerechtel[ijk] te transporteeren met
belofte van vrijdinge en waeringe
als recht is en voorts te doen

464

t gene daer toe nodich is en hij
com[paran]t selfs present wesen[de] soude
cunnen oft mogen doen geven[de]
den geconstitueerde oock macht van
substitutie belovende de rato
onder verbant als naer rechten
versoeckende den comp[ara]nt hier van
acte en is dese aldus gepass[eer]t
binnen Utrecht ten comptoire
ter presentie van Gosewinus van
Cleef en[de] Gerrit van Everdingen
als loofwaerdige getuijgen die desen
neffens den comp[ara]nt en mijn notaris
mede ondert[ekend] hebben
 Adam Hendrick schmidt
       Gosen van Cleef    Gerrit van Everdingen
                                                     not[ari]s
                               Nic van Vechten
                                      1685