253 117 Compareerde voor mij Jacob van den Doorslag notaris etc[etr]a
Gerrit Reijersz van Rossum meerjarig jongman toekomende bruijdegom geassisteert met sijnen vader Reijer Beerntse van Rossem wonende aen de haer ter eenre ende Aeltie Gijsberts van Montfoort minderjarige jongedochter toekomende bruijd geaassisteert met haren stiefvader Willem Gerritsz van Roijensteijn en haar moeder Maria Tonis Back ter andere sijden ende verklaerden sij comparanten met consent van wedersijts assistenten tusschen haerlieden besloten te weesen een wettig huwelijck t welk sij malcanderen beloofden eerst daags naer de wetten van den landen te sullen solemniseren ende voltrecken toto ondestand van welk huwelijck den eersten comparant sal aen en inbrengen
eene somme vna drie hondert gulden contant geld bovenlijk klederen goud en silverwerck tot sijnen lijve behorende waerentegen de toekomende bruijd ten huwelijck sal aen en inbrengen alle sodanige goederen Als sij intgemeen met hare suster is hebbende en als haer sijn aengedeelt bij uijtkoop en moeggenheijd tusschen de voorn[oemde] hare moeder en Peter van Bijlevelt als haren voogd op gerecht en op den op den vorders is gecon- ditioneert dat tusschen de toeko- mende echteluijden sal weesen gemeenschap van goederen volgens d ordonnantie en coustuimen der stadt Utrecht ende dat bij aldien het voorsz[egde] huwelijck door de dood van een des comparanten toekomende
echteluijden quamen te scheijde sonder daat daer uijt kind off kinderen geboren uit leven achterbleeven de langstlevende van haer beijdden sal blijven int volle besit en genot van alle des lest overledens goederen sijn of haerleven lang gedurende omme der mede te handelen als vrij eijgen goedt soo nogtans dat bij overlijden van de langstlevende de goederen die als dan bevonden worden tuschen wedersijts erffgenemen halff en halff sal werden gedeelt ende genoten tot prestatie en nekominge deses verbinden de comparante 254 hare persone en goederen deselve submitterende ter indicature van den hove dese provincie en alle rechteren en gerechten versoeckende en consenterende
hier van acte die is dese Aldus gedaen en gepasseert t Utrecht ter presentie van Jan Gijsbertsz van Veer wonende tot Vleuten en Godert van den Doorslag en Henrich van de Bosch bleeker als getuijgen hier toe versogt op den 9 novemb[er] 1720 |