Archief van schepenen 5062-66 / 235 Amsterdam pdf 13-05-2021 pag. 1

voor f1000: c[ontan]t

Wij Frederick Banckerts en Joan Graefland schepenen in
Amsterdam oirconden en kennen dat voor ons gecompareert is
Bartholomeus Tersier opperstierman op indien en geliede vercogt
opgedraegen en quijtgeschonden te hebben aen Jan Claesz Praet
een huijs agterhuijs en erve staende en leggende in de Egelan
tierstraet aen de suijsijde daer de Paeuw in de gevel staet

brieve in desen
vermelt is een executie
brievf den 12 decem[bris]
1687
ten behoeve van
Jacob Jansz Ijsercramer
gepass[eer]t en den 16 X[=december
1687
aen de vercoper
desen getransp[orteerd]

naeder uijtgedrukt in de brieve van quijtscheldinge daer
deur etc[etra] en hij comp[aran]t geliede daer af al voldaen en wel
betaelt te wesen den lesten pen[ning] met den eersten soo dat hij
daeromme als princip[aa]l en Jan van der Hoeven schipper op
buijksloot en Pieter Balthusz gewese herbergier tot Buijksloot
beide mede comparerende als borgen te samen in elx een voor al
beloofden ( onder renunciatie van de beneficien orindinis divisionis
et execussionis den effecten etc[etra] en onder verband van alle hunne
goederen roerende etc[etra] ) het voorsz[egde] huijs en erven te vrijen en vrij te
waern jaer en dag als men in gelijcken schuldig is te doen en alle
oude brieven af te nemen des beloofd etc[etra] sonder arg etc[etra] in oirdonde etc[etra]
den 27 april 1688


Homepage | E-mail