verzogt voor f100: c[ontan]t

                                305                            5.
Wij Francois de Vroede en Frederick Danckerts
schepenen in Amsterdam oirconden en kennen
dat voor ons gecompareert is Jan Jansz Paus herbergier
als getrout hebbende Cornelia Jacobsz eenige dogter
en erfgenaeme van Jacob Jansz IJsercraemer en geliede
in dier qualite vercogt opgedraegen en quijtgeschonden
te hebben aan Sijbrant Gerritsz houtzaegmolenaer
een huijsje en erve van outs getekent n[ummer]^o 4 staende
en gelegen in de angeliersstraet voorbij d eerste

de brieve in desen
gemelt is den 25
feb[ruari] 1669 ten
behoeve van
Jacob Jansz ijser
cramer bij form
van executie ge
pass[eer]^t

dwaesstraet in Remmen gang welcke gang int
gemeen onderhouden en becostigt moet werden nader
uijtgedrukt in de brieve van quijtscheld[ing]^e daer deur :[etcetra]
en hij comp[aran]t geliede daer af al voldaen en wel betaelt
te wesen den lesten penn[ing] met den eersten soo dat
hij daeromme beloofde (onder verband van alle
sijne goederen roerende :[etcetra]) het voorsz[egde] perceeltje te
vrijen en vrij te waeren jaer en dag als men in
gelijcken schuldig is te doen en alle oude brieven
aftenemen sonder arg :[etcetra] in oirconde :[etcetra] den 19 novem[er]
1688