Wij Nicolaas van Loon en Balthazar Scott schepenen
in Amsterdam oirconden en kennen dat voor ons gecompareert is Jan Willemsz Silleman varentman dochters zoon en mede erfgneaam van Iwits Jansz Kamper ende geliede verkocht opgedragen en quijtgeschonden te hebben aan Cornelis Kamper melkverkooper en darde part in een huijs en erve met een achterhuijs daar aan staande en leggende in de Egelantiersstraat tusschen de twee laatste dwarsstraten tegen over de Kalkoense haan daer lendenen van zijn of van ouds geweest hebben Tjaart Jansz voor vrij en t achterhuijs op een gemeene muur aan de oostzijde ende b Jan Corenlisz gietermaker aan de westzijde strekende voor van de straet en met het achterhuijs aan Gillis Boner of zijns recht hebbende voorts in allen schijne t voorsz[egde] huijs en erve met het achterhuijs daar aan aldaar gelegen is beheijnd en
betimmert staat ende hij comparant geliede daar af al voldaan en wel betaalt te zijn den laatsten penning met den eersten zoo dat hij daaromme beloofde(onder verband van alle sijne goederen roerende onroerende presente en toekomende) het voorsz[egde] darde part in t gemelde huijs en erve met het achterhuijs daar aan te vrijen en vrij te waeren jaer en dag als men in gelijke schuldig is te doen en alle oude brieven af te neemen sonder arg off list ter oirconde etc[etra] den 13 januarii 1711 |