Oud Recht 113 / 173 Montfoort pdf 02-02-2017 pag. 1

173
de twee naegelaten weeskinderen
van Anthonj Lambertse van Schalck
wijck met namen Lambert
ende Geertuijt Anthonisz van
Schalckwijck

hebben



91

Ariaentken Ariensz wed[uwe] ende boedlharster van
de voorn[oemde] Anthnij Lambers van Schalckwijck
gesterckt met Jan Arienssen van Vueren haeren broeder
heeft uijtgecocht ende bewesen Jan Willemssen
momboir ende voogt van voorsz[egde] twee weeskinderen
ten overstaen van d heer m[eeste]r Albrecht van
Lobregt borgem[eeste]r ende weesm[eeste]r der stede
montfoort uijt den boedel ende goederen bij den
kinderen vader naegelaten ende metter doot ontruijmpt
te wesen dat de wed[uwe] boedelharster sal betaelen
alle de dootsgulden ende andere schulden tot laste der
boedels sijne egeene uijtbesondert ende dat sij daer
tefens sal genieten alle de effecten des boedels met
efeen als_er ondergesz[chreven] kinderen kenelij[?]
uijtgesondert dewijle[?] di[?}mombour verclaert
hem de staet ende plegentheit[?] den boedelen seer
wel bekent ende hem t __nder[?] fenoefige[?] openbaert
te zijn daer sullen de kinderen voorsz[egd] te samen
voor haer vaderl[ijke] erffenisse besterffenisse
hebben twee mergen eijgenlants leggende
op Rapijnen gemeen met noch twee[?] mergen dito de
wed[uwe]de competerende ende twee mergen huer lant
competerende de heeren van Dom of Cap[ite]les tot
Utrecht belent ten zuijden Tibbe Harmansz Schinckel
ende noorden Gijsbert Willemsz Stigter streckende
de heele parthije voorn[oemd] van dijck aff tot aende
                                                  ,, __[?] de __[?]
me__e[?] vaert soo ee__sale __ de soon ,, over __
het gebruijck van t voorsz[egde] huerland bij haer over
lijden onder reserve dat hij Lambert Lambertsen
Anthonissz mondig geworden sijnde aen sijn suster sal
moeten betaelen twee hondert car[oli] guldens eens

tot XX stuijvers het stuck de weduwe
sal behouden het vruchtgebruijck van te v[oorzegd]e
lant en bruijcklant ende sal daer voor den
onmondige kinderen onderhouden in eten drincken
clederen school laten gaen een ambagt laten leren
ende de dogter naeijs tot volle bescheijdenis van
mombour en weesm[eeste]r inden teijt ende als de kinderen
mondig of tot houweli[jk] state sullen gecomen wesen
sal de moeder haer het veloofde goet
overdoen ende gevem emde nae haer gelegentheit
met een eerlijck cleet versien in
welcken uijtcoop d heer borchenm[eeste]r ende
weesm[eeste]r Aelbregt nu de mombour
op dese gehoort ende geexamineert te hebben
heeft bewilligt ende geconsenteert des d[ochte]r
boedels goederen voort onderhout van
weesen sullen wesen ende bliijken geaffecteerte ende
verbonden ten maecen[?] oirkonde in dese
wedersijtsz geteeckent den 9 octob[er] 1674 Adriaentgen Adriaens van Buern Jan Willemsen van den Huevel Gerrit Arensen van Bueren

A Lobbrecht
1674

mij present secr[etaris]
Gvan__onss
1674


Homepage | E-mail