hebben
| 91 Ariaentken Ariensz wed[uwe] ende boedlharster van de voorn[oemde] Anthnij Lambers van Schalckwijck gesterckt met Jan Arienssen van Vueren haeren broeder heeft uijtgecocht ende bewesen Jan Willemssen momboir ende voogt van voorsz[egde] twee weeskinderen ten overstaen van d heer m[eeste]r Albrecht van Lobregt borgem[eeste]r ende weesm[eeste]r der stede montfoort uijt den boedel ende goederen bij den kinderen vader naegelaten ende metter doot ontruijmpt
te wesen dat de wed[uwe] boedelharster sal betaelen alle de dootsgulden ende andere schulden tot laste der boedels sijne egeene uijtbesondert ende dat sij daer tefens sal genieten alle de effecten des boedels met efeen als_er ondergesz[chreven] kinderen kenelij[?] uijtgesondert dewijle[?] di[?}mombour verclaert hem de staet ende plegentheit[?] den boedelen seer wel bekent ende hem t __nder[?] fenoefige[?] openbaert te zijn daer sullen de kinderen voorsz[egd] te samen voor haer vaderl[ijke] erffenisse besterffenisse hebben twee mergen eijgenlants leggende op Rapijnen gemeen met noch twee[?] mergen dito de wed[uwe]de competerende ende twee mergen huer lant competerende de heeren van Dom of Cap[ite]les tot Utrecht belent ten zuijden Tibbe Harmansz Schinckel
ende noorden Gijsbert Willemsz Stigter streckende de heele parthije voorn[oemd] van dijck aff tot aende ,, __[?] de __[?] me__e[?] vaert soo ee__sale __ de soon ,, over __ het gebruijck van t voorsz[egde] huerland bij haer over lijden onder reserve dat hij Lambert Lambertsen Anthonissz mondig geworden sijnde aen sijn suster sal moeten betaelen twee hondert car[oli] guldens eens | |