Oud Recht 163 / 219 Alkmaar pdf14-03-2024 pag. 1

  

219

. . . .
Pieter Frans de Vries als in huwelijk hebbende
Trijntje Pieters Gooijer in die qualiteijt voor
sichselfs voor d eene helft ende noch deselve
Pieter Frans de Vries ende Adriaen Dircksz
Voorhout
testamentaire voochden over Sijbrich
Jacobs
nagelaten dochter van Jacob Adriaensz
Hant
als in huwelijk gehadt hebbende Neeltie
Pieters
dochter van Pieter Jacobsz Goijser verkoo
pen volgens authorisatie van desen ed[ele] onderech
te van dato den 21e maij 1686 ( ons schepenen
vertoont) aen ende ten behoef van Jan Jaspersz
Hoogeland
een huijs ende erve met een ijgen
steech uijtgaende tot in de achterstraet belend
Jacob Hendriksz Lammerenberch ten westen
en de wed[uw]e van Corn[eli]s Maertsz van Rossen ten
Oosten met soodanige conditien als de oude
quijtscheldinge nagenoemt sijn mede brengende
van welcke verkoopinge etc[etra] beloovende etc[etra]
sedert ende geduurende den eijgendom vande voors[chreven]
Pieter jacobsz Goijer onder generael verbant noopende
etc[etra] transp[or]t etc[etra] bij deselve verkregen van t
huijs ende steech den 29e april 1626 ende van t erf
den 30e julij 1627 met etc[etra] cooppenn[ingen] f 2200-0-0
op 4d: 3t bij schepenen uts[upr]a den 27e junij 1686


Homepage | E-mail