Harsken Hendrix en[de] verclaerden mits desen wettigh erfcoops vercost en[de] opgedragen te hebben aen Jan Engelen en[de] Gertruid Benninghs mede e[chte] l[ieden] de gereghte helfte van huis en[de] hoffstadt met annex landt groot ongeveer vier mergen soo en[de] als het selve tegenwoordigh bepaelt en[de] gelegen is aen het einde des Teerdijx tegen over het huis van Gijsbert van Beunningen tegenwoor digh bij Hendrick Kerst in paght gebruijckt wordende sijnde ten bovensten eijnde Peter Guerts
en[de] ten benedensten eijnden Hendrik van Wanraeijs erven bepaelt en[de] dat voor en[de] tegens een wel betaelde somme van twee hondert g[u]lden]s waar en tegens geseijde Jan Engelen mede van het tochtreght soo hij in de voorsz[egde] vercoste helfte des voorn[oemde] hoffstede was hebbende prenuntierende en[de] beloofde de vercoperen het voors[zegde] erff cum annexe te wairen en[de] te vrijen jaer en[de] dagh en[de] |