Oud Recht 2005 / 196v Assendelftpdf17-11-2023 pag. 1

 
Jacob Mathijsz

Wij Barendt de Jonge schout bWillem Cornelsz Vrouwen
schepenen tot Assendelt doen kondt allen luijden dat voor
ons gecomen ende gecompareert is Cornelis Engelsz van t Hoff
vader ende voocht van sijn onmondige soon Jan Cornelisz vant Hoff
voor Gerrit Cornelisz van t Hoff mede sijn soon ende hij
comparant bekende in qualite voorsz[egd] voor hem sijnen erven
ende nacomelinghen wel ende wettelijcken vercost
op gedraegen ende quijtgeschonden te hebben vercoste droeg
op ende schelde quijt bij desen tot eenen vrijen Gerrit
Jansz Huijghen
ende Bastiaen Baerts Boschman onsen buijerluijden
de gerechte helfte van een stucke landt genaemt die
Ruijge ven van t opper eijnde off tot het heck toegroot
de selfde helft derthien hondert seven en dertich roeden
gelegen int groot weer binnen onsen banne belent ten
noorden oosten Claes Jansz ende Jan Peeten volck ten oosten
Neel Janszdr met haer kinderen ten suijden Gerrit
Willemsz Bastiaan Baerts
voorn[oem]t ten westen mede de
voorn[oemde] Bastiaen Baertsz item noch de uijterdijck
tot het voorsz[egde] landt behoorende ende hij comparant
bekende in qualijte voorsz[egd] voor de coope ende opdrachte
van het voorsz[egde] landt wel betaelt ende ten vollen vernoucht
te wesen den lesten penninck met den eersten belovende
voorts t voorsz[egde] vercoste landt te vrijen ende te waerne
gelijckmen vrij landt ende erff binnen den ban van
Assendelft schuldich is te vrijen ende te waeren al
vrij sonder eenighe beswaernisse van pachten ofte
renten anders dan met sijn dijckaijge wech ende
wateringhe als buijerne landen ende waert saecke
datter aende waernisse van t voorsz[egd]e landt eenich
gebreck geschiede wel ofte quam endeniet vrij ende waer
als voorsz[egd] is soo sullen de voorsz[egde] koopers hueren
erven ende naecomelingen altijt vrij vast ende
wel gehouden wesenomme t hae rte moghen verhaelen
aen alle des voorn[oemde] comparants sijenen erven ende
naecomelinghen goede[re]n roerende ende onroerende
present ende toecomende egeen ter wer[e]lt uijtgesondert
met bedwanck van alle rechte ende rechteren sonder
froude t oorconde ende in des weaerheijts kennisse
heb ick schout desen brieff in presentie van de voorn[oemde]
schepenen die dezen mits zij selver geen zegel en
gebruijcken onderteijckent hebben ten versoecke
van de voorn[oemde] comparanten besegelt met mijnen
seegel hijer beneden aengehangne op ten XXIJen februari
a[n]no XVJc een en dertich
B de Jonge

                              Willem Cornelisz Vrouwen
                                Jacob Thijsz


Homepage | E-mail