| 197 Wij Barendt de Jonge schout bWillem Cornelsz Vrouwen, Jacob Mathijsz schepenen tot Assendelt doen kondt allen luijden dat voor ons gecomen ende gecompareert zijn Gerrit Jansz Huijgen ende Bastian Baertsz Boschman onsen buijerluijden ende sij comparanten bekende wele ende wettelijck gecost te hebben gelijck sij costen bij desen van Gerrit ende Jan Cornelisz van t Hoff ten overstaen ende met believen van Cornelis Engelsz van t Hoff haer vader de gerechte helft van een stuck landts genaemt de ruijg ven van t opper eijnd aff tot het heck toe groot deselve helft derthien hondert seven en viertich roeden gelegen binnen onsen banne int groot weer
belent ten noorden Claes Jansz ende Jan Peeten volck ten oosten Neel Jansz met haere kinderen ten suijden Gerrit Willemsz met Bastiaen Baerts voorn[oem]t ten westen mede de voorn[oemde]b Bastiaen Baerts i[d]em noch de uijterdijck tot het selve landt behorende ende dat voorde somme van drie duijsent vierhondert vijfftien kar[oli] guldens tot XL grooten vl[aam]s t stuck te betaelen vrij costeloos schadeloos op drie d eerst komende maij dagen telckens een gerechte derdendeel midts dat in de koop onder sproocken is dat het voorsz[egde] vercoste landt voor de voorsz[egde] custing penningen verbonden en verhijpothequeert sal blijven soo hij comparant ter cause voorsz[egd] ende in conformiteijt van dien daer vooren verbinden ende verbinden ende verhijpotequeren
bij desen alle haer ende haeren even andere landen ende goede[re]n roerende ende onroerende goede[re]n present ende toecomende egeen ter wer[e]lt uijt gesdondert omme daer aen ende aende keure van dien bij faulte van betaelingen met alle vorder costen schaden ende interesten ter oorsaecke van dien eenichsints te doen off te lijden ibj den wettighe houder deses verhaelt geint ende geexecuteert te wroden met bedwanck van alle rechte ende rechteren sonder froude t oorconde ende in des weaerheijts kennisse heb ick schout desen brieff in presentie van de voorn[oemde] voorn[oemde] schepenen doe desen mits sij selver geen segel en gebruijcken onderteijckent hebben ten versoecken van de voorn[oemde] comparanten besegelt met mijnen segel hier beneden aengehangne opten XXJ en februarije
a[n]no XVJc een en dertich B de Jonge Willem Cornelisz Vrouwen Jacob Thijsz |