solvit den 40 e penn[ing] en 1/10 verhoog[t] f ,,:16: 8 | Wij Johannes van Coevenhoven schout
tot heemskerk, Barent Hendricxe en Cornelis Wage- maker, schepenen aldaar, oirkonde en kennen dat voor ons gekomen en verschenen is, Sijmen Bekesteijn als in huwelijk hebbende Grietje Tomas, wonende in de beverwijk en transporteert aan en ten behoeve van Sijmen Schuijt de welke dewelke bij desen bekende verkogt, quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben aan en ten behoeven van Sijmen Schuijt, regerend schepen alhier, een huijs en erff, staande en leggende binnen dezen banne op 't hoogdorp groot het erff 292 roeden, belent ten zuijden de heer Willem van Schuijlenburgh, ten westen de weduwe Jan Zijmonsz Schuijt, ten oosten de wegh dit erff is belast met een notwegh van de agterlande, van welke verkopinge en opdragte hij comparant
bekende al wel en ten volle vernoegt voldaan, en be- taalt te zijn, en dat mette somme van f 30-0-0 gereet gelt, stellende daaromme den voornoemde koper in volkomen possessie, en eijgendomme van het voorsz huijs en erff, belovende ook het selve ten allen tijden te vrijen, en te waren, van alle lasten, pagten renten, evictien en creditien, daar het selve voor dato deses enigsints meede belast ofte beswaart mogte wesen alles naar regten van den lande en costume van onse dorpe, stellende daar vooren ten onderpande specialijk zijn persoon en generalijk alle zijne goederen zoo roerende als onroerende present en toeko- mende gene uijtgesondert, makende alle deselve subject voor alle regten regteren en executien, t'oirconde dese bij mij schout voornoemt bezegelt, en bij ons schepenen
getekent, den 5 meij 1733 |