solvit den 40e penn[ing]: . f13:15: - 1/10 verh[oogt] f 1: 7: 8 |
Wij Johannes van Coevenhoven Schout tot Heemskerk, Jan Bos en Jan van Santen,Schepenen aldaar, oirconde en kennen dat voor ons gekomen en verscheenen is, Jacob van Stenis, wonende in de Beverwijk, dewelke bij dezen bekende verkogt quijtgescholden, en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, aan en ten behoeven van Jan Kluijs, wonende meede aldaar, een stuk weij land, leggende binnen dezen Banne, aan de Zuijtmaatwegh, genaamt de Twaalfmaat, groot 2964 roeden, belent ten noorden de erfgenamen van de heer Groenhout, ten zuijden de heer Crommelin, ten westen de voorn[oem]de Suijtmaatwegh, en ten oosten de wed[uwe] Spanjersbergh, is belast met een notwegh van de kamp, genaamt Agter de Twaalfmaat, toebeho
rende de voorn[oem]de wed[uwe] Spanjersberg, van welke verkopinge en opdragte hij comparant bekende al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van f550-:- gereet gelt. Stellende daaromme den voorn[oem]de koper in volkomen possessie en eijgendomme van de voorsz[egde] stuk land, belovende ook het selve, ten allen tijden te vrijen en te waren van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar het selve voor dato dezes eenigsints meede belast ofte beswaart mogte wesen, alles naar |
| regten van den landen en costume van onsen dorpe. Stellende daarvoren ten onderpande specialijk sijn comparants perzoon en genera lijk alle sijne goederen, roerende en onroerdende present en toekomende geene uijtgesondert,
makende alle deselve subject voor alle regten, regteren en executien. T' oirconde deze bij mij Schout voorn[oem]t bezeegelt bij ons Schepenen geteekent op den 4 februarij a[nn]o 1743. |