solvit den XL e penn[ing] . . .f 6:14:10 Xe verhoog[t] :-13: 8 |
Wij Johannes van Coevenhoven schout tot Heemskerk, Sijmen Sierken en Jan Aker, schepenen, aldaar oirconde en kennen dat voor ons gekomen en verscheenen sijn, de voornoemde comparanten, dewelke bij deesen soo in hunne privé, als vorengemelde qualiteijten bekenden verkogt, quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opge dragen te hebben, aan en ten behoeven van Cornelis Wittebrood, wonende tot Wummenum, drie vierde parten in een stuk teelland, leggende binnen deesen Banne genaamt De Hollebeeks Krogt met het Bosje over de Wegh, groot in't geheel 1507 roeden, belent ten westen Jan Kreijnen, ten suijden de Kuijkerswegh en ten oosten Jan Schuijt de gemeene lands lasten en binnenlandse onkosten sijn voor reekening van de koper inge
gaan met nieuwe jaar 1769 Van welke verkopinge en opdragte sij comparanten bekenden al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van f 269.5.- gereet gelt. Stellende daaromme de voornoemde koper in volkomen pos sessie en eijgendomme van de ¾de parten in het voorsz[egd]e stuk land. Belovende ook het selve ten allen tijden te vrijen en te waaren van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar het selve voor dato deeses eeningsints meede belast, ofte beswaart mogte weesen, alles naar regten van den lande, en costuume van onsen dorpe. Stellende daar voren ten onderpande specialijk de eerste compa ranten haare persoonen en generalijk alle haare |
| goederen en ten tespecte van de voogden en
administrateurs de goederen hunner pupillen soo roerende als onroerende present en toekomende geene uijtgesondert, makende alle deselve subject voor alle regten, regteren en executien. t' ojrconde deese bij mij Schout voorn[oem]t besegelt bij ons sche penen geteekent den 4e april a[nn]o 1769 |