| Wij Johannes van Coevenhoven schout tot Heemskerk, Sijmen Sierken en Jan Aker, schepenen, aldaar oirconde en kennen dat voor
ons gekomen en verscheenen sijn, Cornelis Witte brood, als in huwelijk gehad hebbende, Trijntje Groenland, Arie Groenland, meerderjarige soon van wijlen Louris Groenland, in sijn privé Cornelis Jacobsz de Boer, als in huwelijk hebbende Maartje Jans Gast, dogter van wijlen Grietje Groenland, mitsgaders de voornoemde Cornelis Wittebrood, Jan de Wit en Jacob Wittebrood, de eerste als testamentaire, en de twee laatste comparanten als geassummerde en geurrogeerde voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Jacob Groenland |
solvit den XL e penn[ing] . . .f 2:13: - Xe verhoog[t] : 5: 6 |
en adminstrateurs van derselven goederen, en over sulks te samen kind, kinds kinderen en ieder voor hun aandeel testamentaire erfgenamen van wijlen Cornelis Groenland, en Neeltje Louris, en welke voog den behoorlijk bij de geregte deesen Heerlijkheid, in dato den 3e januarij 1769, sijn geauthoriseert en gequa lificeert tot het verkopen en transporteeren van het navolgende perceel voor de minderjarige haar portie, dewelke bij deesen bekenden verkogt, quijtge scholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, aan en ten behoeven van Claas Jansz Gast, wonende alhier 59/64ste parten in een stukje teelland, leggende binnen deesen Banne genaamt De Entjes aan de Wijkwegh, groot in't geheel 350 roeden, belent ten suijden de voornoemde Wijkwegh
ten westen Willem Brinkman, en ten oosten Jan Kreijnen. De gemeene lands lasten en binnenlandse onkosten sijn voor reekening van de koper ingegaan met nieuwe jaar 1769 Van welke verkopinge en opdragte sij comparanten bekenden al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van f 106.-.- gereet gelt. Stellende daaromme de voornoemde koper in volkomen pos sessie en eijgendomme van de 59/64ste parten in het voorsz[egd]e stukje land. Belovende ook deselve ten allen tijden te vrijen en te waaren van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar deselve voor dato deeses eeningsints meede belast, ofte beswaart mogten weesen, alles naar regten van den lande, en costuume van onsen dorpe. Stellende daarvoren |
| ten onderpande specialijk de eerste comparanten haare persoonen en generalijk alle haare goederen en ten tespecte van de voogden en administrateurs de goederen hunner pupillen soo roerende als onroe rende present en toekomende geene uijtgesondert, makende alle deselve subject voor alle regten, regteren en executien. t' ojrconde deese bij mij schout voorn[oem]t besegelt bij ons schepenen geteekent den 4e april a[nn]o 1769 |