solvit den XL e penn[ing] . . .f 7: 10:- Xd verhoog[t] ,,: 15:- | |
Wij Johannes van Coevenhoven schout tot Heemskerk, Sijmen Sierken en Jan de Wit, Schepenen, aldaar oirconde en kennen dat voor ons gekomen en verscheenen is, Jan Kooge, wonende aan Heemskerkerduijn, dewelke bij dezen bekende verkogt, quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben aan en ten behoeven van Hendrik Leenhuijsen, wonende alhier, in de Kerkbuurt, een huijs, erf en thuijn, staande en leggende binnen deezen Banne aan duijn voorn[oem]t groot het erf en thuijn 335 roeden, belent ten zuijden Louris Hendriks, ten noorden en westen Floris Schermer, en ten oosten de Voorweg. De gemeene lands lasten en binnenlandse onkosten sijn voor reekening van de koper ingegaan met nieuwe jaar 1771 Van welke verkopinge en opdragte
hij comparant bekende al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van 300.-.- gereet gelt. Stellende daaromme de voorn[oem]de koper in volkomen possessie en eijgendomme van het voorschreeve huijs, erff en thuijn Belovende ook deselve ten allen tijden te vrijen en te waaren van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar het selve voor dato deeses eeningsints meede belast, ofte beswaart mogte weesen, alles naar regten van den lande, en costuume van onsen dorpe. Stellende daar voren ten onderpande specialijk sijn comparants persoon en generalijk alle sijne goederen, roerende en onroerende present en toekomende geene uijtgesondert, makende alle deselve subject voor alle regten, regteren
en executien. T' oirconde deese bij mij Schout voorn[oem]t besegelt bij ons Schepenen geteekent den 6 maart 1771 |