| Wij Johannes van Coevenhoven schout tot Heemskerk Jan de Wit en Arie van der Moere, schepenen aldaar, oirconde en kennen dat
voor ons gekomen en verscheenen is Cornelis Groenland, wonende alhier, in de Kerkbuurt, dewelke bij deezen bekende verkogt, quijtgescholden, en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, aan en ten behoeven van Jacob Wittebroot, wonende mede alhier, aan de Oosterzij, eerstelijk een huijs en erf, staande en leggende binnen deezen Banne, aan de voorn[oem]de Oosterzij, groot het erf 135 roeden, belent ten oosten Jan Kroone, ten suijden de verkoper, ten westen het volgende perceel. Nogh twee kroften land, leggende als voren genaamt De Kroften aan de Kerklaan, 't samen groot 2500 Roeden, belent ten suijden de doops gesinde gemeente in de Beverwijk, ten westen de verkoper in de Oosterwegh, ten noorden Jan Kroone en ten oosten het volgende perceel. Item een stuk land,
leggende als voren genaamd De Weijd van Bouwe, groot 1337 roeden met de Bots van Willem Miesz daar agter en annex groot 749½ roeden belent ten noorden de erven van Cornelis Klaver, ten oosten de Heksloot en ten suijden Jan Kroone. Nogh een stuk land leggende als voren genaamt Poelen burgh, groot 2196 roeden, belent ten noorden oosten en zuijden Cornelis Knaap en ten westen het volgende perceel. Item een stuk land, leggende als voren genaamt De Laan voor Poelenburgh, groot 935 roeden belent ten suijden Cornelis Knaap, ten westen de Ooster wegh en ten noorden de erven van Arie Michielsz Nogh een stukje land leggende als voren genaamt In de Maar kroft, groot 466 roeden, belent ten noorden |
|
de Maarlaan ten oosten Arie Schoorl en ten suijden de erven van Arie Michielsz met de halve wal,. Item een stuk teelland, leggende als voren genaamt van St. Anne Convent, groot 1700 roeden, belent ten westen Jan de Wit, ten suijden de wed[uwe] Floris Claasz Twisk, ten westen Jacob Schoorl en ten noorden de doops gesinde gemeente in de Beverwijk. Nogh een stuk land leggende als voren genaamt De Velst, groot 1164 roeden, belent ten westen de Heksloot, ten suijden de verkoper, ten oosten de Schout Coevenhoven, en ten noorden de Maarsloot. Item een stuk land, leggende als voren genaamt In Breetweer, groot 4208 roeden, belent ten suijden de vrouw van Incourt ten oosten het Die, en ten noorden de doopsgesinde gemeente in de Beverwijk, sonder sloot. Nogh een
stuk land leggende als voren genaamt De Kamp aan Breetweer, groot 2625 roeden, belent ten noorden Jacob Reijerszsonder sloot en ten suijden haar ed[el]e groot mog[end]e domeijnen met de heele sloot. Item een stuk land, leggende als voren genaamt Gerrit Dirksz Kamp, groot 1762 roeden, belent ten suijden de Hem sloot, ten oosten de doopsgesinde gemeente in de Beverwijk, en ten noorden den Armen van Heemskerk, met de heele sloot. Nogh een stuk land leggende als voren, genaamt De Munnikke kamp groot 1488 roeden belent ten suijden de schout Coevenhoven ten oosten de Noort Maatwegh, en ten noorden het volgende perceel. Item een stuk land leggende als voren, genaamt De Blommen kamphalf groot 603 roeden, belent ten suijden het voorgaande
perceel, ten oosten Noortmaatwegh en ten noorden de wed[uw]e Jacob Klaasz. Laastelijk een stuk land |
solvit den XL e penn[ing] . . .f95: -: - Xe verhoog[t] 9:10: - | leggende als voren, genaamt In de Groote Maad, groot 749 roeden, belent ten noorden de schout Coevenhoven, ten suijden Sijmen Sierken, en den Armen van Castricum, de Gemeene Lands lasten en Binnenlandse onkosten sullen voor reekeningh van den koper ingegaan met nieuwe jaar 1766 Vanwelke verkopinge en opdragte hij com parant bekende al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van f3800-.- gereet geld, Stellende daaromme de voornoemde koper
in volkomen possessie en eijgendomme van het voorsz[egd]e huijsinge erve en landerijen, belovende ook deselve ten allen tijden te vrijen en te waaren, van alle lasten pagten, renten, evictien en creditien, daar deselve voor dato deezes eningsints mede belast, ofte beswaart mogten weezen, alles naar regten van den lande, en costuume van onsen dorpe. Stellende daarvoren ten onderpande specialijk sijn comparants persoon en generalijk alle sijne goederen, roerende en onroerende present en toekomende, geene uijtgesondert, makende alle deselve subject voor alle regten, regteren en executien. T' ojrconde deeze bij mij Schout voornoemt beseegelt bij ons scheepenen geteekent den 5de november a[nn]o 1765 |