| Oud Recht 315 / 41 Heemskerk | 13-05-2020 pag. 1 |
41 | 7 |
Staat en inventaris
getuijgen in dato den | |
Ende bevonden als hier eerstelijk de roerende |
int keukentje
een rustbank
een tafel
een schenk tafeltie
een thee tafeltje
een spiegel
een kas
een delfs stel van drie stucx
twee glase boekalen
een kassie door op
dertien stuck porceleijn
tien stoelen
ses kussens
een notebome teerak daar op
aghtenvijftigh porcelijne kopjes en schoteltjes
een dito daer op
drieenvijftigh porcelijne kopjes en schoteltjes
een procelijne schotel
int voorsz[egde] keukentje
een procelijne schotel wat kleijnder
twee dito borreties
twee dito schotelties
een d[it]o clapmussie
eenendertigh delfse schotels en borden
twee schilderijties
een kopere blaaker
een d[it]o tangh
een d[it]o asschop
een d[it]o asbesem
een d[it]o bedpan
een ijser haartijser
een d[it]o tangh
drie bedden
twee peuleus
ses kussens
seven deekens
een strijk deekentie
vier gordijnen
twee valleties
een wolle schoorsteen val
een linne dito
int voorsz[egde] keukentje
een schuijer
een d[it]o met een silver blaatje
een voetebankie
twee manties
een schotel rak
vier houte bakjes
een strijkijser met een rooster
een vrouwe broek
drie borstrokken
een schouwer mantel
in de grootste kas
drie jacken
drie schorten
twee schort laakens
vijff rokken
een swart kleetie
twee koovels
twee schoorsteen kleden
twee paer gordijnen
twee peulen doeken
een kusse sloop
inde voorsz[egde] kas
twee servetten
drie kroplappen
vier neusdoeken
vier kasdoeken
gout en silverwerk
een gout eijser
een goude ringh
een tas met een silvere beugel
een silver tuijgh
een d[it]o kleijn tuijgie
een boek met silvere sloten
een vijftigh met silver
een silver thee lepeltie
twee silvere kommeties
een silver soutvat
een silver motstaart pot ene d[it]o lepeltie
een doseijn silvere lepels
vier silvere vorken
goude specien
twee ducatonnen
een stuk met het beeltenis van Carel de derde
vier gienjens
vier dubbelde ducaten
aghtendertigh enkele ducaten
inde voorsz[egde] kas
silvere specien
tweehondert vijftien ducatonnen
tien kruijs rijcxdaalders
twee hondert twee en veertigh gulden
elff stuijvers aan sestalven
een engels aghtentwintigh
in de kleijne kas
vierenvijftigh laakens
vier dito wat groter
een ruuw laaken
veertien tafellakens
sessenveertigh servetten
negentien hembden
negenenvijftigh slopen
seventien handoeken
vier kas doeken
elff kroplappen
seven trekmutsen
vijff huijven
vier ondermutsen
vier paar mouties
tien neusdoeken
een tafel kleetie
in de spin
een kopere veijsel
een d[it]o kandelaer
een d[it]o coffi kan
een d[it]o confoor en krans
een d[it]o machine
een d[it]o potceel
twee d[it]o ketels
twee d[it]o thee ketelties
drie tinne schotels
aghtien d[it]o borden
twee d[it]o schotelties
twee d[it]o trekpotten
een d[it]o kom
een d[it]o bedfles
een blikke trekpot
tien tinne lepels
twee doosen
een kaper
een meel vaatie
twee aarde schotels
een houte rol bort met een stok
vier blikke thee bosjes
een delfs quispedoor
in de agterwooning
seven aardeschotels
aghtien delfse borden
dertigh stucx soo potten als pannen etc[etra]
twee delfse trekpotjes
vier paer porcelijne thee kopjes en schotelties
een delfts olie en azijn kannetie
een tinne bakkie
een kopere peperbos
een d[it]o schuijmspaan
een d[it]o bier karaan
twee d[it]o vertinde ketelties
een spiegeltie
een koekepan
een rooster
een cruijt doosje
een naaijdoos
vijff stoelen
twee vierkante tafelties
een kandelaer
een snuijter
een suijnigie
een blikke swavelsstoksbak
twee treefte
een tinne tregter
in de voorsz[egde] agterwooning
vijff houte lepelties
vier d[it]o stooven
een kamer beesem
twee stoffers
een luijwagen
een the blaatie
een mantie
vijf kelkies
ses bier glasen
een boender
een wit quast
een kassie daar in
vier hantdoeken
vijf schorte kleden
twee paer kousen
een mangelbort een rol stok
een naaijkussen
een paar wanten
een netje met saijet
circa ellen nieuw linnen
een leksteen
dertien boeken
twee tobbens
in de voorsz[egde] agterwooning
twee water emmers
een vlees vat
een kopere asketel
twee leege vaaties
op de solder
twaalff potten en pannen
vijftien leege flessen
een koper pannetie en deksel
een wafel ijser
een koper bollebuijs pannetie
een houte kleere gieter
een muijse val
een slac emmertie
drie vloer matten
een schutje
een melk mout
een kindere tafeltie
een parthij turff
en een parthij hout
volgend de onroerende
goederen
huijsen en landerijen
eerstelijk een huijsie staande tot
Heemskerk in de kerkbuurt belent
ten oosten de gemene wegh ten westen
zuijden en noorden Cornelis Schoorl
nogh een schuur met sijn erff
staande en leggende als voren op
Noordorp belent ten westen de
gemene wegh ten oosten en zuijde
Jan Fredriksz
nogh een stuk teelland leggende
als voren genaamt de Wittemoers
croft groot 845 roeden belent ten
oosten de oosterwegh ten westen de
Kerkwegh
nogh een stuk teelland leggende
als voren genaamt de Waterakker
groot 1007 roeden belent ten noorden
Cornelis Schoorl ten suijden
Jan van Santen
nogh een stuk teelland leggende
als voren genaamt het Oosterland
groot 1011 roeden belent ten suijden
Pieter Reijerz ten noorden het volgende
perceel
nogh een stuk teelland leggende
als voren genaamt de Aghtercroft
groot 1047 roeden belent ten suijden
het voorgaande perceel ten noorden
de heeren Santteijn
nogh een stuk teelland leggende
als voren genaamt t Bolland van
domine groot 2469 roeden belent
ten westen de groote Houtwegh ten
oosten de Kerkwegh
nogh een stuk teelland leggende
als voren genaamt Weijenburgs
croffie groot 848 1/2 roeden belent
ten suijden Cornelis Groenland ten
noorden den armen van Heemskerk
nogh een stuk teelland leggende
als voren genaamt t land over de
wegh voor de deur groot 2462 roeden
belent ten westen de wildernis ten
oosten de gemene wegh
nogh een stuk hooijland leggende
als voren genaamt het Paardeland
groot 752 roeden belent ten oosten
de kind[e]r[e]n van Oloff Cornelisz ten
westen de heer Schuijt
nogh een stuk hooijland leggende
als voren genaamt het Bostje
groot 481 roeden belent ten oosten
Hendrik Gerritz ten westen de kindr[e]n
van Jacob Pietersz
nogh een stuk hooijland leggende
als voren genaamt de Kamp
aghter de kleijne Twaalfmaat groot
2422 roeden belent ten suijden
Jan Sluijs ten noorden de
Sevenberger togt
nogh een stuk hooijland leggende
als voren in de Buijtendijk groot
1746 roeden belent ten noorden de
banschijding van Uijtgeest ten suijden
de stad Haarlem ende Beverwijk
nogh een stuk hooijland leggende
als voren genaamt in Waterkamp
groot 1330 roeden belent ten westen
de kind[e]r[e]n van Oloff Cornelisz ten oosten
Jan Sonnevelt
onder Uitgeest
een stuk weij leggende op Assum
genaamt de Haagen groot 1750 1/2
roeden belent ten suijden Kuijfferscoogh
ten noorden de tuijnties agter Assum
onder Castricum
een stuk land genaamt het
lange stuk groot 1836 roeden
belent ten oosten de Hoogenberge
ten westen de nieuwe wegh
laastelijk een stuk land leggende
als voren genaamt de Falst groot
980 roeden met nogh een over groetie
van Doevenven groot 54 roeden
belent ten westen en noorden de gemene watering
rentebrieff
etc[etra
een rentebrieff ten lasten van Floris
Fredrikz gepasseert voor schout en
schepenen van Heemskerk in dato
den 2o januari 1722 groot in cap[itaa]l
vijffentwintigh hondert guldens
speciaal gehijpotequeert op een huijs
en erff tot noordorp het landt
genaamt Woutermonden hofstee
het ackertie van maat oos en
foppen Croft
een obligate onder de hant ten lasten
van Floris Spanjersberg en Regina Grensijn
Egte luijden van dato den 10 junij
1733 groot in cap[itaa]l vijff hondert gulden
Laastelijk een handschrift off
specificatie van Floris Fredrikz
Limmen van dato den 29 meij 1722
waar uijt blijkt dat gemelde Floris
Fredrikz eenige meubile goederen
van Maertie Floris tot sijn gebruijk
te leen heeft breder int selve hant
schrift gespecificeert war toe om
kortheijts halven in desen wert
gerefereert
|
Aldus gedaan geinventa |
ofte aghterhouden te hebben Jan Bos Cornelis Wouterman C: Groenlandt mij present | |
Inventaris weegens de goederen en 1745 |
| Op huijden den 27 augustij 1745 zijn bij mij ongerge J Reeland |
|