Jacob Jansz Coopes woonende tot Wognum bekent schuldich aen Geert Jacobsz wedue wijlen Pieter Jansz Hoot[?] de somma van drie hondert ende vijftich carolus gulden uijt saecke van ontfangen pen[ningen] welck voorsz[egde] somme F hij onders[ich ?] sal mogen behouden sonder eenige winsten[?] daer van te geven soo lang hij van[de] voorn[noemde] Geert Jacobs administrate anders kiezende is maer soo wanneer hij sij Geert Jacobs van hem Jacob Jansz met kiesen te le__ ets[etra ?] actie Jan Jansz van haer Geert Jacobs in t kiezen te sullen coomen te scheijden daer inne sij beijde haere keuze heben ende tot allen tijden sullen vermogen
te doen soe sij comparant gehouden wesen gelijck sij bj desen belooffde te doen ten tijde van de scheijdinge de voorsz[egde] 350 gulden datelijcken te betaelen in getende[?] gelden mitsgaders al t genen hij noch daer in comen volgens het boeck belvinden sal werden schuldicht te wesen stellende daer voornen ten onderpanden specialijcken sijn huijs ende erff staende ende gelegen tot Wognum bij de Hoornwech daer van de naeste belendens sijn Jacob Florisz erfg[ename]n noortszijde voorts sijne anderen goederen vermogens besze[ge]lde brieff kopies van Jan Sijmens ende Jacob Jansz Raet scepenen dato den 21 junij 1618 |