Oud Recht 4742 / 392 Westwoud pdf13-04-2023 pag. 1

392

Quijdscheld[ing]
Oosterblokker

Wij Pieter Claasz Koorn ende Aris Cornelisz Leeglander
schepenen der stede Westoude cum annex is doen condt dat
voor ons in eijgener peroone compareerde den e[erbare] Jan Fransz
wonende tot Oosterblokker ende gelijde wel ende wettelijk
verkogt te hebben oversulcx quiteerende ende transporteerdende
in een vollen ende vrijen eijgendomme mitsdesen aan ende
ten behoeve van Joris Pietersz Oud wonende tot Wester
blokker een akker zaadlandt groot in onkosten
464 roeden gelegen in t Westeijnde van oosterblokker
tusschen de straatweg ende blokdijk belent de wed[uwe]e ende kinderen
van Jan Moij ten oosten den kooper Hendricus Blokker
ten westen en dat voor liber ende vrijlandt sonder eenigen
last ofte beswaarnissen anders dan de ongelden ordinair
ende extraordinair van den jare 1722 en vervolgens mitsga
dert t geene buuren ende lenden dragen bekennende
hij comparant daar van uijt handen van den voorn[oemd]e
kooper bij den koop stoots voets met een somma van
een hondert en vijftig car[oli] guldens ten zijn contente
mente en genoegen te wesen geheel end al voldaan ende
wel betaald den laatsten penning met den eersten
aanneemende ende belovende oversulcx voorsz[egde] akker zaad
landt te vrijen en waren van alle evictien vorder lasten
beswaarnissen op ende aanspraken als men in gelijken
naar regten ende costuijmen deser stede schuldig en gehouden
is te doen onder t verbandt van zijn comparants persoon
ende alle zijne jegenwoordige ende toekomende goederen egeene
exempt ten bedwang ende excuitie van allen regten ende regteren
sonder bedrog des t oirconde hebben wij schepenen voorn[oem]t
elk onsen zegel hier onder aangehangne op den VIe
november a[nn]o XVIJ c drie en twintig


Homepage | E-mail