Oud Recht 5435 / 120 Abbekerk pdf 07-11-2020 pag. 1

120

Wij Klaas Klaasz Eerswoud en
Kornelis Fransz Groot schepenen der stede Abbekerk
oirkonden en kennen dat voor ons in eijgener persoon
compareerde Jakob Laan wonende in de watermolen
bewesten Lamberscage de welke seijde verkogt te hebben
en dienvolgens in vollen vrijen en erffelijken eijgendom
mits dezen te transporteren en te quiteren aan
ende ten behoeve van Jan Haij onsen burger
tot Abbekerk een huijs en erf staande en gelegen
tot Lambertscage daar van naaste geertens sijn
ten zuijden Adriaan Berger en ten noorden
Jan Vlaar met zoodanige geregtigheden en
servituten mitsgaders met zoodanige ordinare
ten extraordinare gemeene lants onkosten en
omslagen als het door den comparant is beseten
voorts en behalven dien voor een vrij huijs en erf
sonder eenige meerder laste of bezwaarnisse
ende bekende hij comparant daar af met een
kustingbrief van vijftig guldens te betalen
in vijf termijnen op maij 1710, 1711, 1712, 1713
en 1714 t elkens een geregte vijfde part op dato
mede voor ons schepenen gepasseert geheel vol
daan en betaalt te zijn belovende oversulks
het voorsz[egde] huijs en erf ende den kooper of
sijnen erven dienaangaande te vrijen kosteloos
en schadeloos te houden voor de evictie en alle
andere op of aantaal zoo als men vrij goet gehou
den is te doen naar regten en costhume dezer
stede daar voor verbont hij comparant zijnen
persoon en goederen tegenwoordige en toekomende
ten bedwange van den hove van Hollant dezer
stede vierschare ende allen anderen regt en
regteren opregt en ter goeder trouwe tot
bevestiging der waarheijt deze bij ons schepenen
ondertekent en door den heere Josias Cos
bailjuw en schout dezer stede gedaan zegelen
op den agtienden februarij des jaars seven
tien hondert en tien
                            accordeert met de originele onder
                            tekende en bezegelde quijtschelding

                             J van der Hoeve secret[ari]s


Homepage | E-mail