Oud Recht 5435 / 121 Abbekerk pdf 07-11-2020 pag. 1

Wij Klaas Klaasz Eerswoud
en Kornelis Fransz Groot schepenen der stede
Abbekerk oirkonden en kennen dat voor ons
in eijgener persoon compareerde Jan Haij wonende
tot Abbekerk dewelke gelijde regtelijk schuldig te zijn
aan Jakob Laan wonende in de watermolen
bewesten Lamberscage vijftig caroli guldens welke
schult spruijt uijt koop en overdragte van een
huijs en erf tot Lambertscaag daar van naaste
geerfdens zijn ten zuijden Adriaan Berger en
ten noorden Jan Vlaar op dato voor ons
schepenen gepasseert welke vijftig guldens hij
comparant beloofde te betalen in vijff termijnen
op maij 1710, 1711, 1712, 1713 en 1714 t elkens
een geregte vijfde part daar voor mitsgaders
voor alle kosten schaden en interessen bij wan
betalinge te doen of lijden verbont hij
comparant speciaal het opgemelde huijs en erve uijt
welkers transport de schult spruijt voorts
generaal sijnen persoon en goederen de zelve
submitterende ten bedwange van den hove van
Hollant dezer stede vierschaar ende allen
anderen regt en regteren opregt en ter
goeder trouwe tot bevestiging der waarheijt
deze bij ons schepenen ondertekent en door den
heer Josias Cos bailjuw en schout dezer
stede gedaan zegelen op den agtienden februarij
des jaars seventien hondert en tien
                            accordeert met de originele
                            ondertekende en bezegelde
                            kustingbrief

                             J van der Hoeve

121


Homepage | E-mail