J Verhoven | tweemaal gegrosseert
n[ummer] o 13 Op huijden den 23 e december 1773 compareerde voor Cornelis Duijn en Jan Koorn scheepenen in presen tie van mij Jacobus de Goede secretaris der steede en vrije heerlijkheid Opmeer Jan Jacobsz Vrijers laast weduwenaar van Trijntje Mic hiels woonende in Opmeer |
| als bruijdegom ter eenre ende Lijsbet Jacobsd[ochte]r weduwe van Dirk Rinkel woonende in Hoogtwoudt als bruijd ter an dere zijde ons scheepenen en den secretse bekendt
te kennen geevende zij weedersijdse |
| comparanten dat zij voorgenoomen en beslooten hebben met den anderen aan te gaan een wettig huwelijk ende dat onder de volgende conditien en huwelijkse voorwaarden die sij comp[aran]ten voor banden van dien ingewilligd hebben bij deesen dat zij toekomende egtgenooten tot onderstand van het zelve haar voorgenoome huwelijk ten weedersijden zullen in en aanbrengen alle zodaanige goederen en gelden geene uijtgesonderd als ieder van hun althans hebbende en besittende is ten welken eijnde alhier werd gesegd dat de aan te brengen goederen van den bruijdegom bestaan inde navolgen de als seeven kalfkoeijen en twee vaarsen drie stokkelingen een paard vijf omschapen en een zeugvarken twee boerewagens
voorts ploegen en eijd voort en aller hande boerderije en bouwerije gereedschap pen van vaten tobbens emmers en al het gunt daer toe meerder behoort item allerhande meubelen en huijs cieraden van beddens stoelen tafel__ kassen en kist koper tin hout en aardewerk en porcelijn en het geen verder tot de huijshoudinge behoort zijnde de goederen van de bruijd lesten haar lijfs toebehoorende linne en wolle kleederen item een goude hoepring een silver ijser hebben met )) twee goude spelden met pareltjes |
| en twee silveren haer stekers twee d[it]o schoen gespen ende nog een wit damast hemdrcok met een stel silvere knopen item twee kerkboeken een met 2 silvere kra + |
+ men en plaaten en een boek met een kram | mitsgaders een partije huijscieraad en imboedel ongespecificeert het welke bij publijcq boelhuijs op den 31 deeser lopende maand ten huijse van de bruijd sal worden verkogt en de daar van komen |
us blijkende volgens de boel cedulle dd 31 dec[em]b[er] 1773 dat van de neven gem[elde] meubelen bij op vijlinge na aftrek der onkos ten in gelden is ontfangen vijf en twintig gulden ___ stuijvers Jacs de Goede secret[ari]s | penningen blijkens de boelcedulle ten allen tijden sullen kunnen geweeten werde
en hier neeven als meede op d grossen deese zal werden genoteert door mij secret[ari]s dat voorts omtrent de voorsz[egde] aan te bren gene goederen tusschen de toekoomende egtgenooten niet zal zijn eenige de minste gemeenschap als werdende dezelve wel expresselijk gesecludeert |
gemaakt | bij deesen in soo verre zelfs dat de voorsz[egd]e aantebrengene goederen van den een voor de schulden van den anderen voor dato van dit huwelijk niet aan spreekelijk zullen zijn dat egter de winsten en der liefen staande huwelijk te vallen tusschen hun toekoomende egtgenooten zullen zijn gemeen en dat de erffenissen en bester fenissen meede onder de winsten
moeten verstaan begreepen te werden ingevalle de bruijdegom de eerst stervende is het zij met of zonder kinderen uijt dit hun aanstaande huwe lijk verwekt na te laaten zal de bruijd tot een doarie genieten uijt zijne goederen een somme van drie honderd guldens zijnde wijders ten voordeele van de bruijd hier bij wel expresselijk gecon ditioneerd dat zij zal hebben en behouden de keuse en optie omme bij schijdinge van het voorsz[egde] huwelijk het zij door den dood of bij ander onverhoopt toeval haar te mogen decla reeren op zig zal willen hou |
| den aan de gemeenschap van de voorsz[egde] winsten en verliefen dan op zij haar aangebragte en aange erfde goederen wederom vrij en on
belast voorsz[egd] na haar zal willen neemen zonder in de winsten of verliesen eenig part of deel te hebben mits dat die keuse bij het schijden des huwelijks door den dood zal moeten werden gedaan binnen drie maanden na die schijdinge wijders nog in dien de bruijd de eerststervende is het zij met of zonder kinderen uijt dit huwe lijk na te laaten zal de gouden hoepring hier voor onder haar goederen gemeld[e] en door d[e] bruijdegom aan haar tot een geschenk gegeven |
weder | in vrijen eijgendom aan den bruij degom blijven komen met welke huwlijkse voorwaarden de weedersijdse comp[aran]ten verklaarden te neemen volkomen genoegen beloo
vende daer op haar voorn[oemde] huwelijk in de vreese des heeren te zullen voltrekken |
| aldus gedaan ende gepasseert binnen Opmeer ten huijse van de bruijdegom en is deese door de comp[aran]ten en ons scheepenen beneevens den secretaris onderteekendt in dato als boven Jan Jacbosz Vrijersz dit + merk is gestelt door Lijsbet Jacobs Cornelis Duijn Jan Coorn mij present als secret[ari]s Jacs de Goede |