| Wij Claas Spaans bailliuw en schout Aris Sluijs en Everdt Clomp schepenen der stede ende heerlijckheijdt van Spanbroeck doen kond dat voor ons gecompareert is Gerrit Reijersz wonende in de Wogmeer de welcke in gevolge van d authorisatie van schpenen tot Hensbroeck sub dato den 23 junij laesleden alhier ten prothocolle geregisstreet verklaerde verkoght te hebben voor en wegens d kinderen nagelaten bij zijn zuster Trijn Reijers aen ende ten behoeve van Gerrit Adriaansz Grob wonende op zuijd Spierdijck een vierde part in een stuckje landt genaamt t Capelle lantje gelegen op Spierdijck binnen onse jurisdictie in t gheel groot
een mor[gen] 163 3/4 roeden en in molenmaet een mor[gen] 368 3/4 roed[en] gemeet met d kooper en belendt met deselve ten zuijden en P[iete]r Gootjesz ten noorden bekennende van de uijtgeloofde kooppen[ningen] ter somme van hondertdrieendertigh gulden 7 st[ui]vers voldaen en betaelt te zijn belovende oversulcks gemelde verkogte stuckie landt te vrijen en ware ,, waar ende t selve boven bueren of lendens van alle lasten en bekommeringen ,, beswaert mochte zijn daer voren verbindende d persoon en goederen va n d voorsz[egde]
onmondig eonder verbandt als na rechten t oirckonde hebbe ik bailluw en schout voorn[oem]t na dat dese in d orginele brief bij schepenen was getekent mijn zegel daer onder aengehange op den 25 junij 1721 Aris Sluijs Evert Clomp Mij present A Kistemaecker |