Jacob Bont president scheepen in t collegie van justitie te Spanbroek Jan Kaarsemaer en Cornelis Huibersz
schepenen aldaar doen cond dat voor ons gecompareerd is Cornelis Otiswonende te Zwaag de welke verklaarden wel en deugdelijk te hebben vercogt en bij dezen tot een grond eigendom te cedeeren en te transporteeren aan ende ten behoeven van de wed[uwe] Klaas Portegies wonende te Hoogcarspel een stuk Grasland genaamd de Pleeter leggende over de somerdijk onder de jurisdictie van Spanbroek groot vier morgen overmaat 250 roeden belende de nieuwe weg ten oosten en Fre[?] Rijkes ten westen voor een somma van zeventien honderd gulden contant en heeft zijn overweg over de Nieuwe weg bekennende hij comparant van de uit geloofde kooppenn[ingen] voorn[oemd] in eener somma contant voldaan en wel betaald te zijn de laaste met den eersten
belovende hij comparant voorn[oemd] met verkogte land te zullen inemneeren en waare van alle lasten en bekommeringen waar mede het zelve boven beuren en belendens bezwaard mogte zijn zo men na costume dezer stede schuldig en gehouden is te doen onder de verbande als naar regten ter oirconde heb ik president voorn[oemt] nadat deze in den brief door scheepenen was
getekend ons stedelik zegel in roode wasse daar onder aan gehangen op den 8 december 1796 A.S.L.P[?] mij present J Kaarsemaker
C S Huijbers Cs Staal jeladm[?] |