219

wij Cornelis Staal schout
Jacob Groot en Jan Klaver W[illem]ze
schepenen der stede Spanbroek
doen cond dat voor ons gecompareerd
is Klaas de Boer wonende alhier de welke
verklaarden en bekenden wel en deugde
lijk schuldig te zijn aan ende ten behoeve
van Maarten Vlaar wonende mede alhier
tene somma van vier honderd caroli
guldens spruitende uitkoop en opdracht
van een huis loots en erf staande inde
kerk buurt op het geamoveerde slot also
belend met C^o[rnelis] Coenis ten oosten en het
schoos ten westen alles blijkens briev
daar van op dato dezes gepasseerd
en door ons getekend en gezegeld
aannemende en belovende hij comparant
voorn[oem]^t o m de nog onbetaalde kooppenn[ingen]
ter somma van vier honderd gulden
te zullen voldoen en betalen aan Maarten
Vlaar voornoemd ofte aan den wettigen
houder dezes in termijnen van een honderd
gulden 's jaars met een intrest van vijf
present daar en boven zullende den
eersten termijn voldoen om dato dezes
1804 en zo van jaar tot jaar dat de
geheele somme op gemelde dato van
 

het jaar 1807 zal wezen voldaan en
betaald
verklaarende al wijder tot de voldoening
van gemelde hooft somme met de daar
op te verschijnen rente speciaal te verbin
den bij dezen het gemelde huis loots en
erf en voorts generaal zijn hebbend en
verkrijgende goederen geene daar van
uitgezonderd stellende dezelve onder
bedwabg vab akke regters en regteren
alles onder renuntiatie van alle zodanige
hulpmiddelen die de wettigheid dezes
zoude kunnen insingeeren of hinderlijk
zijn mede onder verband als na regten

                  aldus gepasseert binnen Spanbr[oek]
                   15 maart 1803
                  en ter oirconde is deze in den briev
                  door ons schout en schepenen gete
                  kend en ons stedelijk zegel in grooen
                  wasse daar op gedrukt ten dage
                  ut supra

Jacob Groot
   Jan Klaver Wz

      mij present
Cornelis Staal