op huijden den XI en januarij anno 1 6 1 0 compareerde voor ons onder ghes[chreven] schepenen
Jan Corn[elis]z Keijser ontfanger vande verpon dinghe ende lantschot tot Oudenieudorp ende verclaerde hem suijver te resten van schot ende berpondinge opthuijs ende landen van bij Claes Wittes vercocht aen Agneta van Alckemade die somma van vijff ende twintich gul[den] twaelff st[uivers] VIIJ penn[ingen] blijckende bij zijn regijster ons verthoont ende bekende voorts d selve XXV gul[den] XIJ st[uivers] VIIJ p[enningen] ontfangen te hebben door handen bCorn[elis] Janssz Hogheboom secretaris der steden Nieudorp vermoghens d sententie van preferentie in date den XIIIJen december 1 6 0 9 ende belooffde d selve t allen tijden te resti tueeren zoe naemaels bevonden wert ijemant beter daer toe gherechticht te zijn stellende
daer voor ten onderpande zijn persoon ende alle zijne goeden wijder onder alle verbanden van rechts wegen daer toe staende zonder be droch t oirconde desen bij den comparant ghet[ekend] ende mede bij ons schepenen dat ut supra bij mij Jan Corn[elis]z Keijser bij mij Heijndrick Albertsz bij mij Jan Aeriansz op huijden den XI en januarij anno 1 6 1 0 com
pareerde voor ons onder ghes[chreven] schepenen den schout deser stede be kende ontfangen te hebben door handen Corn[elis] Janssz Hogheboom secretaris deser |