Oud Recht 701 / 721-7 Utrecht (de Weerde) pdf 11-06-2017 pag. 1






* Soe hij daer mitten
recht van weegen
Peter die Keijser op
trebanet[?] woenachtich
toegebracht was













^
ten wair off hij se hem
gege[ven] hadde en dan
noch seven gulden






^
vandes gerechts wegen

Wij Ghijsbert Jansz schout Geerloff Dircksz en Roeloff Alertsz Vaij
wij schepene inde weerde buijten bij Utrecht doen kondt allen luijden
hoe dat op huijden dach datums briefs voer ons gecomen is int gerechte
Claes Cornelis out ontrent vijftich jaren ende tuijchden bij zijnen
eede sint opgerechten vingen volstaefs eeds lijlijck aenden heijligen die
wij volcomelijcken van hem namen * dattet hem well kennnelijck is ende
geschiede int jaer XVeveertich inden zomer alse dat hij getuijch voersal
gement heeft seeckeren duijst steen van sinte Jans kerckhoff gecome weske[?]
van sinte Jans thoer bijnne Utrecht welcken steen peter voersz[egd] gecost had
van deie heren den capitell Sinte Jans t Utrecht welcken steen desz tuijch
voersz[egd] aengenomen hadde tehalegen the maelen ende toe Claes voersz[egd] een
deell tonnen steens gehaelt hadde heeft hem meijster Steven van Ruij
melaer canonick t Sinte Jans T Utrecht verboden dat hij nijet meer steens
halen en soude ten waer dat hij ijerst mit Peter die Keijser gereecket
hadde soe hebbe m[eeste]r Steven ende Peter de Keijszer voersz nae malcander
gereeckent ende meijster Steven zeijde dat hij Peter voersz[egd] geleveeert had
acht hondert drie en t sestich tonen duijfentteens en Peter dat hij der
hem nijet meer gelevert en hadde dan vu_t ende dertich tonen ende dat
zoude hij nutten gezweren moete bewijsen en meijster Steven van
Ruijmelaer seij de weder hij en wist van ghenen gezwoeren meeter
mee hij wout hem mit zijn boeck bewijsen ende Peter seijde hij woude
bij den gezwoeren meeter blijven en hij en kenden hem nijet meer sculden
dan vijff off vijftalve gulden en die soude hem Roeloff die Leeuwe
van zijne weegen gheven dan Ruijmelaer en woude dair nijet mede
te vreeden weesen ^ ende zij hebben tegen malcanderne noch eens
gerekent en mit luijt omeslaegen soe en heeft hem Peter nijet meer
sculden gebleven dan omtrent seven gulden van steen en vijf gulden van
Roelof voersz[egd] mee meijster Steven en woude dair nijet mede te
vreeden weeden off hij woude drieendertich tonen duijsteens meer
hebben tweelck Peter nijet doen en so woude seggen hij bleeff
bij den gezwoeren macter ende wantmen schuldich is getuijchgenisse
der waerheijt te geven in rechtweerdich saecken en sonderlig alse
men des uit rech versocht wert en wij daer nu mitten recht op versocht
zijde soe hebbe ick Ghijsbert Jansz als schou voersz[egd] mijnen
segell t welck wij in desz samentlijck gebruijck ^ hier onder opt
spaem[?]s briefs gedaen ghedruckt gegeven in jair ons heren XVe
tweendeveertich op t derden dach in meij julio


Homepage | E-mail