| Compareerden voor schepenen onderges[chreven] Jan van Damme out ontrent XXX jaeren Roelant Verslae out omtrent XL jaeren
Thomas Merlevoij out omtrent XXVIJ jaeren Guilliame Lupaert out omtrent XXXIIJ jaeren ende tuijcen mit eede hen respective gestaeft ende affgenomen gerechtelicken daertoe verdaecht zijn[de] ten verzoucke Marcus de Pours waerachtich te zijn ende eerst de versz[egde] Jan van Damme, Roelandt Verslae ende Thomas Merlevoij dat den requirant in martio voorleden zonder den juijsten dach nochtans onthouden te hebben bij hemluijden ende aenen Steven Canen inde stadt van Satijn gelegen in den landen van Pomeren gecomen is geweest ende dat de zelve requirant in hun getugen presentie alsdoen jegens den voorn[oemde] Steven Canen zeijde ( die alsdoen een dienaer wasa van Guillame Rebant ) zeijde dat hij aldaer gecomen was
als mede dienaer van de voorsz[egde] Guillame Rebant ende oversulcx omme dess Steven Canen in zijn becolen last ende handelinge des versz[egde] Rebants behulpelicken te zokm emde bejppr;oclem te adsosterem t welck de voorn[oemde] Steven Canen zeijde niet te geloven ende de voorsz[egde] Roelant Verslae |
| voorts alleen verclarende zeijde oock gehoort inde voorsz[egde] stede van Satijn gehoort te hebben dat Stevan Canen jegens den requirant zeijde dat sij hem brieven van credentie van de voorn[oemde] Guillame Rebant thonen soude ende die bij hem Steven gesien wesen[de] dat hij alsdan te vreden was aen hem Marcus de Pours over te leveren alle t becheijt last ende handelinge twelc zij vande versz[egde] Rebant zijnde
meester hebben[de] was ende ooc daer beneffens t zijnen behouve behoorlicke reeckeninge te doen |
T zeggen oock je gens den requirant zijt ghij meester off knecht | van alle t gunt bij hem van wegen de zelve Rebant verhandelt was daer op Marcus requirant alhier zeijde dat hij daer toe geen laste hadde waer alleenlicken aldaer gecomen was als dienaer ende de voorn[oemde] Rebant omme hem Steven Canen inde handelinge die hij aldaer van wegen zijne meester versz[egde] dede te adsisteren volgende het scrijven twelc den requirant zeijde bhij hem Steven van haerlieder meester vers[zegd] ontfangen te zijn ende al t selve bij de voorsz[egde] steven Canen gezant wezende weijgede hij evenwel den requirant aen te
nemen ende als dienaer voorsz[egd] te accepteren daer naer zo verclaerde de voorsz[egde] Jan van Damme Roelant Verslae end Thomas Meclevoij alle weder alle drie gelijck wel te hebben weten ende goede kennisse te hebben dat Marcas de Pours gene admi nistratie en heeeft gehadt van de gemene vellen die voor jan van Damme, Dirck Comijn ende andere compangie gecast zijn ende dat Steven Canen alleen van wegen Guillame Rebant bewint ende handelinge inden vers[zegde] lande van pomeren gehadt heeft ende niet Marcus de Pours requirant alhijer die Steven Canen als vooren tot zijn mede hhelper te dienste niet en wilde ontfangen ende verclaren oock dat den requirant de wijle hij inden voorsz[egde]
lande van pomeren geweest es hem altoos |
| IJc XV stel zedich sonder overtallicheijt van dranck te gebruijcken ende consequentelicken als een jongman mit eeren toestaet gedragen ende gequeten heeft hier nae zo tuijchden jan van Damme ende Guillame Lupaert dat zij omtrent een maent geleden zonder nochtans staden juijsten tot behaelt te qillen zijn Steven Canen voorsz[egd] opentlicken hebben horen verclaren dat Guillame Rebant zijne reeckeninge hadde vervalsicht ende verclaren vorder oock gehoort te hebben dat Guillame Rebant den requirant laudeerde versz[egd] prees van zeeckeren coopmanschap die hij voor hem in Vrieslant hadde gedaen daer van hij goet profijt gehadt hadde ende ten
laetsten zo is noch voor ons schepenen gecom pareert Joos de Zomer out omtrent XL jaeren die welcke mede gerectehl[ijk] verdaecht zijnde ten versoucke ende versz[egd] Marcus de Pours verclaerde oock bij eede hem gestaeft ende affgenomen dat hij t anderen tijden mit Guillame Rebant gecost hadde gehadt van eenen Anthonis Adaem oom vanden requirant een smede schaps vellen van Harlingen in Vrieslant daer vooren heij gelvertwerden omtrent twee duijsent schapsvellen weijnich min off meer ende zeijde de voorsz[egde] Rebant daer naer jegens hem getuge dat hij Rebant zo wel winst gehadt hadde van de nombre van drie hondert schaepsvellen bij den versz[egde] Marcus requirant alhier voor hem mede in Vrieslant gecost als van de voorge
roerde twee duijsent vellen so dat de zelve Rebant de versz[egde] Marcus de Pours zeer prees van zijne handelinge die hij voor hem voor de eerste reijse hadde gedaen ende oock daer bij vangen[de] dat de zelve requirant in zijne coopmanschap g een clouck en verstandich jongman was ende dat hem Rebant leet was |
| dat hij de versz[egde] Marcus niet in Vrieslant ende hadde gelaten om meer andere vellen voor hem te copen actum den XXen octobris 1596 Claes Ghijsbrechts Jan Jansz van dorp |