m[este]^r ball[]ge om des
oploeps wille
 
 
 
 

                  des saterdagh na sinte lebuijns dach den XVIJ^en nove[m]b[e]r

…

                  des manendags na lucije [=17-12-1526]

Die raide out en[de] nije lait weten bij outemen[] en[de] wil onses gened[igen ?]
heer[en] van Utrecht dat men Henrick van Amerongeg[en], Arijaen
van Palaes, Reijer Janssz, Cornelis Zem, Ph[i]l[ip]s Luijtkenssz,
Henrick Spijcker, Heijn van Drijel en[de] Jan Ottenssz vervolgen
sal an hoir lijff en[de] goet als vredebrekers wedoncense[?] becomen tanna[?]
vernoegen tcompromis van den gilden onderteijkent bijden oudman[en]
 

XXVJ

en eendrachtich consent der gemeen gilden uijtsprake ons gened[igen] heer[en] van
Utrecht dair op gedaen den XXVIIJ^en dach in augusto anno XXV en der
publicatie ter stat elck geschiet int vertreck onese gene[digen] heer[en] des vrijdagn
na sinte Wilboerts dach lestleden alsoe zij dair tegene gedaen hebben mit
gwelidgerhant dair deeden en veel gewonden over gebleven sijn op
ons lieven vrouen dach conception[es] lestleden nader belijdingen van Lourens
Goeijertssz ende Tonis Vinck en[de] van van Zande doer die belijdinge van
Gerijt die Zweet
insgelijcx oick te vervolgen als voirsz[egd]

60

te nijet gedaen
bij Luijgen Her[men]
Elert a[nn]^o XXVIIJ
na de reductie
 

Arent Botterman
Lambert beeflant
Hans van tolen bussent
hansken van Werickehoven
Jan van Ringelenborch
Henrick die droechsceerre
Gijsbert van Roeijenborch
Arent Zijmonssz
Gijsbert van Wijck

Jan die Zwerte
Dirck van de goene
Jan Reijerssz
Aernt Loefsz
Jan van Hoernen
Arent Henricssz in den Olifant
Aernt van zande
Arijaen Gerrijtssz Poertier

Ende want Henrick die Roeij, Jan Guers, Jan Tonissz lijne[n] wevers tot
andere[n] tijden comotie in desze stat gemant hebben int koern spul[]en
sunt onvede gheen onstantersige saicke meer te doen in gecomen zij[n]
en[de] dair en boiven tegens t co[m]promis en uijtsprake en luijdinge der
stadt clocken voirszeg]d gedaen hebben soe selmen die selve voirsz[egd] oick
vervolgen als vredebrekers om live en[de] goet als boven

Ende voert alle die ande[re] die int selve opset op onsz lieve vrouwen
dach conceptiosavonts lestled[en] jegens die stede houders en[de] vrunden
ons gened[igen] heer[en] en[de] den rait van Utrecht mede doende hebben geweest
int geweldiiger hant dan doeden en[de] veel gewonden over gebleven
zijn als voirsz[egd] en[de] al die ghene die van den opset geweten hebben
dat die sellen komen en[de] hem verschijnen bijnnen acht daighen
naestkomen[de] voor ons gened[gen] hee[re] van Utrecht ende wair zij
sculdich inne bevonden sellen werden sel staen tot correctie ons
gened[igen] hee[ren] van Utrecht all na gelegentheijt der saicken
wel verstaende wije hem geboirlicke na recht en[de] raden onsculdigen
sel komen en[de] moegen dat die zijnre onscult genijeten sal daer
die stede houders ons gened[gen] hee[re] gheren mede voir screven ende
t beste willen

…

…

…