701 Stadsbestuur van Utrecht 705-6 / 16 Utrecht pdf 18-05-2017 pag. 1

 

                              den XVIJ e januarij a[nn]o 1555
..
..
                              anno et die uts[upra]
Jan Peterssz, Willem Peterssz, Alijt zij[n] huijsfrou Splijnter
Peterssz zoene
van Peter Luijtgessz, Hendrick Henrickssz
van Werckhove[n]
en[de] Gijsbert Splijnterssz en[de] geloefden zij opa
ranten den een des anders hant alle die verwareden en
puncten inden briefft hier na van woorde te woorde geinseree[r]t
verhaelt malcanderen te voldoen en[de] nae te gaen begi[n] ma[n] den
brieff wij Jan Petersz wij Willem Pieterssz en[de] Alijt zij[n] huijsfrou
 

Splinter Pietersszone van zalige Pieter Luijtgensz, Henrick
Henrickssz van Werckhoven
ende Gijsbert Splinterssz
van Nijenrode
doen kondt also Antonia zalige
Peter Luijtgensz wedue op huijden date ondersc[hreven] mit
heurs gecoren mombers hant voirden schout scepenen
gerechte t Uijtrecht getransporteert en[de] over gegeven
heeft Aert Jacobssz van Weteren seeckere huijss
en[de] hofstede staen[de] opt die oostzijde van der ouden
graften daer m[eeste]r Jan Phi[lipsz] van der Maet beneden
en[de] Simon Janssz van Tiel boven naest gelegen sijn
van voiren tot achteren soe die aldair van outs gelegen
ende gebruijct is en[de] daer off tot sijnre behoef
vertegen is als recht is en[de] hem d selve gelooft heeft
te vrijen en[de] waren op eenen rentbrieff van
hooft somme van twee hondert veertich karolus
g[ulden] te lossen den penning twijntich mit noch twijn
tich carolus gulden van verlopen renten dair van
d eerste termijn victotis lestleden verschenen was
noch een rentebrieff spreken[de] op die van den
convente van den brigetten t Uijtrecht inhouden[de] die
hooftsomme van hondert acht ende twijntich gulden
ten prise en[de] op losse als voiren verschijnde jaerlicx
johannis korsmis mit noch twaelff gulden
sestien stuvers verschenen korssavondt laestleden
en[de] anders alle voircom[m]er en voirplechten offte
doen nae recht en[de] gewoonte der stadtvan Utrecht
voir welcke vrijnge en waringe wij Jan Petersz,
Willem Peterssz
en[de] Alidt sijn wijff Splinter Petersz,
Henrick van Werckhoven
en[de] Gijsbert Splinterssz
van Nijenrode
voersz[egd] gesaemder handt ende
elcx een voir all gelooft en[de] ons boven borge
voirder voirn[oemde] Anthonia, Pieter Luijtgenssz wed[uw]e
geconstitueert hebben vermoegens en[de] inhoudens
des overgiffs brieff op huiden voirden voorsz[egde] ge
rechte t Uijtrecht gepasseert soe ist dat wij
alle persoenen voir verhaelt gelooft hebben en[de]
geloven mits desen die een aen des anders hant
voir ons en[de] onse erffgenamen alse waert saecke
dat ons ofte ijemant van ons bijsonder ter consi
ter cause der selver loste bochtochte en[de]
 

aencleven van dien tot eniger tijdt enige aenspraecke
hijnder letsel moijenisse ofte schade geschied ofte
aengedaem worde hoe ofte in wat maniren t selve
oeck geschieden ofte gebeuren soude moegen dat
wij malcanderen t selve alte samen gelijckelick
sellen helpen supporteeren en[de] aen dragen hooft
voer hooft paert paerts gelijck en[de] elcx effen
veel sonder enige contradictie ofte wederseggen
en[de] dit al onder verbant van onse personen en[de]
al onsen goederen rueren[de] en[de] onrueren[de] tegen
woordich en[de] toecommen die selve submitteren[de]
onder heerlicke en[de] reale executie shooffs
provinciael t Utrecht en[de] allen anderen hoven
rechteren en gerecht renunchieeren van benefy
divisionis excussionis en[de] allen anderen beneficien
exceptien desenssien en[de] relenamen geestelick
ende weerlick ter contrarie beloven[de] hier van
en[de] van al t gene voirsz[egd] is malcanderen vorder
belijdinge en[de] sekerheijt te doen en[de] ooik acte

# des toerconde
soe hebben wij
alle voorsz[egd]

van condemnatie hier dan te passeeren ter
plaetsen daerinne des begeert terstont die
een tot des anders vermaninge sonder acht #
desen brieff elcx onderteijckent mit ons selffs
handt en ick Jan Peterssz heb daer toe mijnen

* mij selven en[de]
mede over

segel van desen brieff over * mijn broeders
voorsz[egd] ter bede van hem luijden gedaen ende
want wij Henrick van Werckhoven en Ghijsbert
Splinterssz
voorsz[egd] op dese tijdt selver geen segel
en hebben so hebben wij gebeden Jan Jansz
Scriver
dese brieff over ons te besegellen
dat ick Jan Jansz ter bede van den voorsz[egde]
personen geerne gedaen hebben ende aldit
voorsz[egde] geloven wij alle voors[zegd] en[de] elcx van ons
aldus op conditien verbanden en[de] allen manieren
vooren verhaelt malcanderen te houden tachter
volgen en[de] te voldoen voir ons en[de] onse erffge
als voorsz[eg]d en[de]over elcx van onsen erfge[name]n bijsonder
en[de] een voir all en[de] als principaele gegeven
int jaer ons heere XV c vijff en[de] vijftich den XVIJ en
dach januarij
ende was aldus onder teijckent
ick Jan Petersz ick Willem Petersz, Splinter
Peterssz, Henrick Henrickxxz, Gijsbert Splinterssz van

 

Nijroeden versoecken[de] die comparanten daer inne
gecondemneert te worden gehoort ven [?] sonder arch

                         j stj bzj


Homepage | E-mail