Desen schultbrief is doot ende te nijet midts eenen anderen voor schepenen in Breda gepasseert opten XXIXen decembris XVJe elf
# op den vers[zegde] Merten volgende den testamen- te der vers[zegde] Adriaenken en Henrick Claesz van Son | Gillis Brantschats quam m[eeste]r Melis Jan Meilsz open baer notaris alhijer binnen Breda debet Martenen Mathijs Martens de Loecker zone de somme van drije hondert karolus gulden t stuck etc[etra] eens ter saecken van ondergelaten penningen den voorsz[egde] Martenen com- peterende van verstrefte van Adriaenken ende Hend rick claesz van Sone die Jan des voorsz[egde] m[eeste]r Melis zone als sonder wittige oiroverleden sijnde onder clau- sule van retour# was besittende van welcke somme de voorgen[oem]de m[eeste]r Melis gehouden sal sijn ende geloofde
midts desen jaerlijcx intrest te betalen tegens den penn[ingen] esthien ter tijt ende wijlen toe de voorsz[egde] Mar ten tot sijnen mundigen daege oft tot houwelijcken state gecomen sal zijn ende dat volgende dappos- tille op des voorsz[egde] Mathijs Martens requeste aen mijnen heeren borgem[eeste]rs ende schepenen al- hijer gepresenteert gegeven uijdende aldus mijn heeren borgem[eeste]rs ende schepenen deser stadt Breda op desen geleth hebbende ende dat de voorsz[egde] drijehon- dert karolus gulden sijn weesen penningen appostilleren dat de selve onder m[eeste]r Melis Jansz zullen blijven onder de speciale verijntenisse van zijne huijsinge ende goederen ende dat hij daer van jaerlijcs sal geven rente tegens den penn[ingen] zesthien ter tijt ende
wijlen toe de voorsz[egde] weese ten mundigen daege oft tot houwelijcken state gecomen sal sijn aldus gedaen bij mijne voorsz[egde] heeren desen XVIIJen julij XVIe ende elff onderteeckent G Havermans depost verclaren mijne heeren haere intentie te zijn dat de suppliant de jaerlijcxe verloopen van de voorsz[egde] rente sal mogen ontfangen tot alimentatie vanden voorsz[egde] zijnen zone actum bij borgem[eeste]rs ende schepenen in Breda den XXIJen julij anno XVJe ende elff onderteeckent G Havermans ende zal den intrest van de voorsz[egde] drijehondert k[aroli]g[u]l[dens] als nerstmael verschijnen op ten achtsten novembris nb[?] naestcomende anno XVJe ende elff verbijndende de voorgen[oemde] m[eeste]r Melis voor alle t gene
voorsz[egd] is naementlijck ende specialijck sijn huijs ende erve met alle sijn toebehoorte genaemt het sweert daer inne hij nb[?] ter tijt woont gestaen ende gelegen alhijer binnen Breda inde lange brugstrate naest alsulcken commer als daer nb[?] ter tijt met recht schuldich is voor uuijt te gaen ende voorts generalijck hem zelven ende alle sijne andere goeden ruerende ende onruerende tegenwoor- dige ende toecomende met pande als gereet gelt en op heerlijcke ende parate executie ten tijden ende termijnen voorsz[egd] actum et supra hier aff extract |