| Op den XVJe meij 1667 compar[eeerd]e voor de h[e]ren Wolbrant Gleijnsz de Jongh ende d[octo]r Johan Vuijst weesm[eeste]ren deser stede de voorn[oemde] Claes Ariensz Hant ende heeft ter presentie van Aeltie Corn[eli]s wed[uw]e van Piter Piersz Koekebacker muije ende Gijs bert Jacobsz Kroock susterlingh van t vers[chreven] kint beijde van smoeders sijde t selve sijne kint onder protectie van weesm[eeste]r gebracht ende over moeders erve bewesen eerst met 1/3 e
in eehuijs en erve staende ende leggende aen de zuijtsijde van t dronkenoort bij de steenen bruch daer Vlissengen uijt hangt belent de voorn[oemd]e Aeltie Corn[eli]s ten weste de wed[uw]e van Jan Sijbransz Hant ten oosten noch met een silvere riem tuijch ende sleutelraep berusttende onder de vader ende daer en boven met de somme van negen hondert g[u]ld[en]s te be talen ten mondigen dage ofte huwelijke state van t voorn[oemde] kint belovende middelerwijle t selb sijne kint in cost ende kle deren eerh ende na sijn state te onderhouden om behouden goet verbindende daer voren sij npersoon ende goederen ten bedwangh van alle rechten ende rechteren ende speciaal t recht van de wees kamer deser stede |
in minderinge vande nevenstaende
schultbrief is in twe posten bet[aalt] en verantw[oor]t 400 g[u]l[den] als blijkt inde reek[ening] gedaan den 6en junij 1685 f[oli]o 12 verso leq[] Dese schultbrief bij de h[ee]r Gijsbert Kroock als voogt van vern[oem]de Corn[eli]s gelight die daer van sal verantwoorden actum den 28 9b[er] 1691 present bij Sijms en Blaeumolen | Int plaetse van de voorenstaende IXc g[ulden] ingecomen en schultb[rief] van ge[lij] cap[itaa]l ten laste van Aeltge Cornelis besegelt bij schepenen in Alcmaer den 21 junij 1667 |
| den XVIJe april 1675 hebben m[eeste]r Claes Svenhuijsen en m[eeste]r Johan Brant
weesm[eeste]ren gecommitteert tot voocht over t voorn[oemde] kint den e[erbare] Gijsbert Croock volgens de acte gestelt in t register vande voochdijschappen aldaer breder is vermeldende andre goederen het vers[chreven kint aengecomen mits het overlijden van Trijn Cornelis vol
gens de acte van scheijdinge staende achter de rek[ening] van dato den 26 junij 1677 een helft van 1/3 van t bovengenoemde huijs sulcx dat het sel[ve] huijs het vers[chreven] kint voorde helft toekomt |
deese f 4000-0- sijn affgelost ende voldaen ende verantwoort in reeck[ening]e van den 10e decemb[er] 1680 folio 5 verso et 6 recto |
den helft van een schultbrieff en intresen houdend tot laste van Aeltge Cornelis int geheel den capitael van acht hondert gul[den] verschijnende den 1en maij |
verantwoort in reeck[ening]e van den 10en xb[er] 1680 fol[io] 6 recto etc[etra] | de sel[ve] Aeltge Cornelis moet uijkeren volgens de vers[chreven] acte van scheijd[ing]e de somme van veertigh gul[den] |
verantwoort in reeck[ening]e vande 10en Xb[er] 1680 fol[io] 9 | den XX pen[ningen] sal halffs halff betaelt werden ende daer toe geempl[eer]t het slot van rek[ening]e tot 19-7-9
op huijden den 10en december 1680 compareerde voor h[er]en weesm[eeste]rn collegialite |
dit slot is verantw[oor]t in reek[ening]e van 6en junij 1685 f[oli]o 27 ergo doot | vergaedert sijnde den e[erbare] Gijsbert Kroock ende heeft vande voornestaande goederen reeck[ening]e bewijs ende reliqua gedaen t seerdt den 12en octob[er] 1673 datum van t overlijden van kints vaeder tot deese daege toe ende is bij sloote van dien te quaet gebleeven
f 280-18-10 heeft meede ten selve daege ingebracht als in uijtgeeve sijnder reeck[ening]e geproffiteert hebbende |
deeze gelijt bij e[erbare] Gijsbert Krook als boogt om afgelost te werden die daar van zal verantw[oorde]/n actum den 5en november 1686 pres[sent] omni[bus] | een bezeegelde schultbrieff gen laste van Gerrit Jeuriaensz Brouwers knecht onder borghtoghte van d[octo]r Adolph
Tieleman teegens 6 dogh binnen een maent nae de verschijndagh betaelende teegens 5 gul[den] ten hondert int jaer verschijnende ende in dat den in cap[itaa]l IJc gul[den] een lostrente brieff tot laste van t gemene landt staende op de naem van Levina Gidions van Melle verschijnende in dato den in cap[itaa]l IJc XX gul[den] |
deese gelight ij de e[erbare] Gijsbert Kroock om affgelost te werden die daer van sal verantwooordne actum den 21en 7temb[er] 1682 presentibus Bosch ende 7venhuijsen /b | den obligatie tot laste van Johan Steenvelt teegens vier gulden thien stuijvers ten hondert int jaer verschijnende in dato den |
afgelost en verantw[oor]t om reel[ening]e vande 6 en junij 1685 f[oli]o 137 of verso in cap[itaa]l 11Jc gul[den] ergo geroij[eer]t |
dit slot is verantw[oor]t in reek[ening]e van de 12e septemb[er] 1692 folio 2 verso ergo doot | op huijden den 6en junij 1685 comp[areerd]e voor de ning Geersteranus weesm[eeste]ren de voorn[oemde] van Cornelis Claasz Hant, Sijbrant Ariens Arien Dirksz Gorter nom[in]e uc[ori]s oom gedaan ende is bij slote van dien schuldig gebleven
f 937: 8: 8 heeft mede ingebragt als in uijtgeve geproffit[eer]t hebbende een lostrente brieff tot laste van t gemenel[an]t ten comptorie der stat Alkmaar verschijnende jaarlijks den 1en augusti in cap[itaa]l
IIJc gul[den] |
deze onder den rend[]t tot zijnen laste gelaten | een oblig[ati]e ten laste vande kind[ere]n van Claas Dirksz ende Hilletje Claas gewoont hebbende tot Oterleek op intrest lopende tegens vier ten hond[er]t ende in dato
den 10en maert 1684 in cap[itaa]l f IJc gul[den] op huijden den 12en septemb[er] 1692 comp[areerd]en voor de h[er]en Pieter Sijms ende Hend[erik] Vaeij weesm[eester]en de voorn[oemde] Gijsbert Kroocq ende heeft ter presentie van Sijbrant Hant oom paternel ende Arien Dirxsz Voorhout oom nomine
uxoris mitsg[ader]en voorn[oemde] Corn[elis] Claasz Hant gedaaan reek[ening]e bewijs ende is bijsloote van dien schuldigh gebleven f 819-6-4 dato als vooren comp[areerd]en voor de vers[chreven] h[er]en weesm[eester]en de voorn[oemde] Corn[elis] Claasz Hant meerderjarigh sijnde
geadsisteert met de voorn[oemde oomen ende bekende bij desen van de weescamere der stat Alcm[aa]r te hebben geligt alle de effecten die hier booven staan geregist[reer]t item nogh alle soodanige als nogh onder dea rendant learen berustende ende in de vers[crheven] reek[eninge] van den 12e septemb[er] 1692 sijn geleden als mede van het vorenstaande slot van 819-6-4 ten __ vollen voldaan ins sijn de voorn[oemde] he[r]en mitsg[adere]n den rendent voor haar sorgen ende administratie bedanckende actum uts[upra] |